bijlage nr. 324
-2-
dat de ambtenaar, wanneer hij daar prijs op stelt, ter plaatse de con
crete informatie ontvangt die hij nodig heeft.
Het a.a.r. bevatte tot dusver geen enkele verwijzing naar de geschikt
heids- en bekwaamheidseisen te stellen aan te benoemen functionarissen.
De tekst van artikel B 2 beoogt in deze lacune te voorzien, waarbij het
wenslijk leek een zodanige ruime formulering te kiezen, dat aan de prak
tijk van het benoemingsbeleid alle ruimte wordt gelaten. Het in het eer
ste lid bedoelde onderzoek kan bijvoorbeeld geschieden door de antece
denten van betrokkene na te gaan, door informatie in te winnen bij de
werkgever of door het advies in te winnen van een psycholoog.
Ingevolge artikel 12 van het bestaande a.a.r. kan degene die bij een aan
stellingskeuring medisch is afgekeurd, binnen 14 dagen een herkeuring
aanvragen. Ofschoon het model deze mogelijkheid niet kent hebben wij toch
gemeend haar te moeten handhaven met name gezien de consequenties die
een afkeuring om louter medische redenen kan hebben.
Om de procedure van artikel B 3 bis mogelijk te maken moet aan artikel
B 3 een derde lid worden toegevoegd, waarin wordt bepaald dat de uit
slag van het medisch onderzoek zo spoedig mogelijk wordt medegedeeld.
In artikel B 4 hebben wij in een toegevoegd vijfde lid de mogelijkheid van
een vaste aanstelling met proeftijd gehandhaafd, omdat deze in bepaalde
gevallen om pensioentechnische redenen zijn nut heeft, bijvoorbeeld bij
aanstelling in een betrekking waaraan een verhoogd beroepsrisico is
verbonden.
De mogelijkheid tot herkeuring die artikel 14 van het bestaande a.a.r.
biedt is conform het model niet uitdrukkelijk gehandhaafd, maar voor zo
ver daar behoefte aan mocht bestaan biedt eventueel artikel B 3, eerste
lid, of artikel E 9, derde lid, voldoende mogelijkheden.
Omdat er in bepaalde situaties behoefte aan kan bestaan is de mogelijk
heid die artikel 17, tweede lid, van het bestaande a.a.r. aan burgemees
ter en wethouders biedt, in artikel C 1, derde lid bis, toegevoegd.
Gezien de feitelijke aanwezige mogelijkheden is in artikel C 3, derde
lid, de uiterste termijn waarbinnen het compenserend verlof in verband
met overwerk kan worden gegeven, van zes weken gewijzigd in drie maanden.
verschillende malen zijn nut heeft bewezen, is het gelijkluidende ar
tikel C 3, zevende lid bis, opgenomen.
Om burgemeester en wethouders de mogelijkheid te bieden de toekenning
van een gratificatie nader te regelen, uiteraard met inachtneming van
het in artikel C 5 bepaalde, is aan dit artikel toegevoegd "Burgemeester
en wethouders kunnen met betrekking tot het toekennen van een gratificatie
nadere regelen stellen". Deze regelen hebben hun neerslag gevonden
in de gratificatieregeling d.d. 7 december 1962 en zijn laatstelijk ge
wijzigd op 21 juli 1971.
Artikel 32 van het thans geldende a.a.r. is in een nieuw artikel C 13
bis overgenomen om te kunnen voorkomen dat de gemeente als werkgeef
ster bepaalde verplichtingen heeft ten opzichte van een ambtenaar die
op eigen initiatief en geheel vrijwillig een militaire verbintenis is
aangegaan.
Omdat in het verleden artikel 22, achtste lid, van