aan de raad der gemeente Breda oijlage nr. 333 1 O oktober 1 973 BK/6/12664 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aangaan van een nieuwe over eenkomst eet het Nationaal Publici teitsbureau B.V. v/h J. Lantir.g te Aordenhout uli I ber 197. van In juli 1963 is met het Nationaal Publiciteitsbureau B.V. v/h J.Lasting te Aerdenhout een overeenkomst aangegaan, waarbij aan deze B.V., met uitsluiting van anderen, het recht is verleend tot het aanbrengen var. in het contract nader omschreven licht- en andere reclame-objecten aan gemeentelijke lichtmasten, abri's, transformatorhuisjes en op openbare gemeentegrond. Dit contract* is in 1967 en 1970 op enkele punten gewijzigd en aange vuld. Het Nationaal Publiciteitsbureau betaalt voor het haar toegekende recht een bedrag per jaar, waarvan de hoogte wordt bepaald naar aard en aan tal aangebrachte objecten. Omdat bedoelde vergoeding niet meer in rede lijke verhouding staat tot het hiervoor vermelde recht bestaat er aan leiding deze vergoeding te verhogen. Wij zijn daarom in overleg getreden met het N.P.B. en hebben dit bureau voorgesteld een geheel nieuwe over eenkomst aan te gaan. Genoemde B.V. heeft zich daartoe bereid verklaard, onder voorwaarde, dat voor reclame-objecten welke aangebracht of aanwezig zijn v66r de datum waarop die nieuwe overeenkomst in werken zal treden (1 januari 1973), tot 1 januari 1975 een lagere vergoeding in rekening zal worden gebracht. Wij achten de gestelde voorwaarde alleszins redelijk aangezien het K.P.B. als regel tweejarige contracten met haar cliënten sluit c-n de overeen gekomen verhoging niet kan doorberekenen. Omtrent de hoogte van de vergoedingsbedragen is met het N.P.B. overeen stemming bereikt met dien verstande, dat de vergoeding voor de meeat gebruikte typen reclame-objecten met 60/o zal worden verhoogd, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1571