bijlage nr. 340
Princenhage toenemend verkeer op deze straat, deze niet is te handhaver..
Bezwaarschrift H. Dl clemars
Uit het plan blijkt - zo stelt reclamant - dat de te onteigenen strook
grond niet nodig is voor de aanleg van een weg, maar voor. de aonleg van
een groenstrook, terwijl zijn tuin in wezen dezelfde functie heeft.
Omdat zijn huis 80 cm. hoger ligt dan de rijweg, zal bij de aanleg van
de groenstrook op dezelfde hoogte als de rijweg de ruimte tussen het huis
en de rijweg vrij steil glooiend gaar. aflopen, waardoor aar.- en afvoer-
leidingen verlegd zullen moeten worden, terwijl ook het hoogteverschil
aangepast zal dienen te worden.
Omdat het huis dichter bij de weg komt te liggen, zal de waarde daarvan
verminderen.
De te onteigenen strook van het perceel van reclamant, groot 70 m?, is nodig
voor de aanleg van een trottoir en een tussen de rijweg en trottoir ont
worpen groenstrook ten behoeve van een te planten bomenrij.
Be kosten van het eventueel verleggen van leidingen en het aanbrenger, van
een keermuur zullen ten laste var. de gemeente komen.
De inspecteur van de ruimtelijke ordening, die wij aangaande bovenstaar.de be
zwaarschriften om advies hebben gevraagd, geeft ons in zijn advies* in over
weging de procedure voort te zetten voor wat betreft de te onteigenen gronden
van reclamanten A.J. Stallen en H. Dieleraans, waarbij hij ervan uitgaat, dat
al het mogelijke wordt gedaan door middel van herverkaveling alsnog 153 m2
aan de heer Stallen toe te bedelen.
Ten aanzien van het bezwaarschrift van de heer A.W. var; Rijthoven merkt de
inspecteur op, dat de gronden benodigd voor de bedier.mgswcg zoal3 aangegeven
op de kaart van het bestemmingsplan vcor onteigening in aar.merk.irg komen,
echter niet de naast de weg gelegen gronden, zoals op de kaart, behorende bij
het onteigeningsplan, is aangegeven.
Bij do beoordeling van de bezwaarschriften is de inspecteur uitgegaan ven
tekening nr. 43127, waarop de gehele percelen var. reclamanten zijn aangegeven.
Het ligt evenwel in de bedoeling slechts die gedeelten van de percelen te ont
eigenen, die benodigd zijn voor de doeleinden zoals hierboven bij het verweer
op de bezwaarschriften omschreven. Een en ander is aangegeven op tekening r.r.
44404E.
Laatstgenoemde tekening was ook de inspecteur van de ruimtelijke ordening beker.;