bijl. nr. 341 -2- Yoor het dan nog benodigde bedrag ad 562.500,zal wederom een verhoging van de opcenten personele belasting en de straat- en riool belasting moeten plaatsvinden. Deze belastingen moeten worden bezien in het licht van de, naar de huidige planning, met ingang van 1 januari 1975 in te voeren onroerend- goedbelastingen. De opbrengst van deze onroerend-goeabelastingen, te heffen van de gebruikers en van de eigenaren van onroerend goed, kent voor beide categorieën belastingplichtigen wettelijk vastgestelde maxima, welke respectievelijk 12$ en 15$ bedragen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Tegen deze achtergrond bezien wordt voorgesteld de opcenten personele belasting met ingang van 1 juni 1974 te verhogen met 100 en te brengen op 470 opcenten en het tarief van de straat- en rioolbelasting voor ge bouwde eigendommen met ingang van 1 januari 1974 te verhogen met 3$ van de belastbare onbien^t gebouwd en te brengen op 49"^ van de belastbare op brengst gebouwd; hiermede wordt de 12-15 verhouding gerealiseerd. De meeropbrengst van de 100 opcenten personele belasting ware voor 1974 te ramen op 268.000,(op jaarbasis 460.000, De meeropbrengst van de tariefverhoging van de straat- en rioolbelas ting is te stellen op 330.000, Uit het vorenstaande blijkt, dat het totaal van de voorgestelde ver hogingen de bij de budgettaire capaciteit ingecalculeerde verhoging met 35-500,overschrijdt,welk bedrag als extra dekkingsmiddel ware te beschouwen. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de raads commissie voor de financiën. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. Exemplaren van de huidige verordeningen, waarin met rood de voorgestelde wijzigingen zijn aangebracht, .zijn ter verduidelijking in de leeskamer ter visie gelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1586