aan de raad der gemeente Breda Ez/0/17517 24 oktober 1973 bijlage nr. 346 Voorstel van burgemeester en wethouders over de uitvoering van de tweede fase van het 3iesbosc"nbestek, waarvan de kosten worden geraamd op 71.000.000, Een van de eerste en belangrijkste beslissingen van het bestuur van het Industrie- en Eavenschap Koerdijk betrof de aanleg in totaliteit van het terrein. De uitvoering van werk is daarop gebaseerd, maar is door ver traging van zandleveranties uit de Biesbosch door factoren buiten het schap om niet volgens plan voltooid. Nu deze vertraging is opgeheven stelt het dagelijks bestuur aan de raad van bestuur van het schap voor, zoals uit de bij dit voorstel gevoegde bijlagen moge blijken, om: 1op grond van de met het Waterwinbedrijf De Brabantse Biesbosch ge sloten overeenkomst völledig gebruik te maken van de daaruit voort vloeiende rechten tot afname van 25 miljoen mj zand en om 2. bij het opstellen van de plannen het uitsparen van een insteekhaven buiten beschouwing te laten. Het dagelijk bestuur maakt gebruik van de volgende motivering: - de voorraad bouwrijp terrein bedraagt op dit moment ongeveer 80 ha. verdeeld in twee kavels en is onvoldoende om grote bedrijven te.helpen. - het contract voor de zandleverantie loopt tot 1981. Eet niet afnemen van het zand nu kan tot gevolg hebben dat in de toekomst duur zeezand zal moeten worden gebruikt of dat er helemaal geen zand beschikbaar is met als consequentie dat het optieterrein van de Shell niet bouwrijp kan worden opgeleverd indien dit bedrijf haar recht wil effectueren en dat ook geen zand aanwezig is voor de aanleg van de infrastructuur. - indien het terrein niet zal worden opgespoten zal dit braak moeter. blijven liggen, omdat van enige redelijke landbouw- of andere exploitatie geen sprake meer kan zijn. - de renteverliezen zijn minder dan de stijging van de bouwkosten, terwijl de situatie in de aannemerswereld op dit moment zo is dat een voordelige prijs kan worden gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1615