gemeente Breda
aan de raad der gemeenfe Breda. Voorstel van burgemeester en wethou
Bijlage nr. 16
f.FV -.vtVBJi
ders tot huur van het pandje Karne-
4 januari 1973 melkstraat 18-18a en tot het beschik
baarstellen van een aanvullend kre
diet ad 55.040,ten behoeve van
reeds getroffen voorzieningen aan en
fk nog aan te schaffen zonwering voor het
pand Karnemelkstraat 14.
St/89193
Bij besluit van 17 juni 1971* (bijlage nr. 171heeft Uw raad een kre
diet ad 165.000,gevoteerd ten behoeve van het treffen van voor
zieningen aan het pand Karnemelkstraat 14, welk pand bij Uw reeds ge
noemde besluit werd gehuurd ten behoeve van de huisvesting van de ge
meentelijke sociale dienst.
Thans blijkt, dat genoemd krediet met een bedrag ad 42.040,is
overschreden en dat nog voor een bedrag van 13-000,zonwering dient
te worden aangeschaft, zodat een totaal aanvullend krediet van
ƒ55.040,gevoteerd zal moeten worden.
Zoals U uit de voor U ter visie gelegde kostenraming* van het bedrag ad
165.000,kunt zien, was er voor een brandtrap een bedrag van 30.000,
geraamd. Ce bedoeling was namelijk, dat deze brandtrap tegen de achterkant
van het pand Karnemelkstraat 14 zou worden gebouwd. Er zou dan een recht
van erfdienstbaarheid gevestigd moeten worden ten laste van het achterge
legen perceel; de eigenaar van dat perceel heeft echter geweigerd hieraan
zijn medewerking te verlenen.
Wijlen de heer G.W. Roovers, eigenaar van het pand Karnemelkstraat 14, heeft
daarop het pandje Karnemelkstraat 18-18a gekocht,op en in welk pandje het pand
Karnemelkstraat 14 gedeeltelijk is gebouwd. Daardoor werd de mogelijkheid
geschapen om in dit pandje de door de brandweer geëiste brandtrap te maken.
Door tijdnood gedwongen heeft ons college destijds, vooruitlopend op Uw goed
keuring, reeds in principe tot huur van het pandje besloten, waarmee wij Uw
raad akkoord vertrouwen. Ce huur van het pandje bedraagt 2.800 per jaar.
Doordat genoemde brandtrap in het pandje Karnemelkstraat 18-1Sa moest worden
gebouwd, moesten een aantal extra voorzieningen getroffen worden, waarmee
bij het opmaken van de eerder .genoemde kostenraming geen rekening kon wor-