bijl. nr. 349 VRAAG (gesteld ing. artikel 40 2e lid R.v.O) Hr. Car, iberg: in "De Stem" d.d. 20 september 1973 tref ik een artikel over de activiteiten van met name het JAC t.a.v. de drugvoorlichting aan jonge ren en opvoeders. In dit artikel wordt gepleit voor een spoedige aanpak van meerdere activiteiten ter bestrijding van o.m. het toenemende gebruik van harddrugs onder Bredasche scholieren. De gewenste spoedige aanpak staat in schrijnende tegenstelling tot.de in de krant geëtaleerde nonchalance van Uw college. In dit verband de navolgende vragen: 1. is het juist dat Uw college eind april een deskundigen nota heeft ont vangen. 2. Is er een ontvangstbevestiging door of namens Uw college verstuurd? Zo nee, waarom niet? 3. Welke oorzaken hebbon ertoe geleid, dat de portefeuille-wethouder pas 2t maand later hot betreffende stuk onder ogen krijgt? Ziet U kans deze borzaken te elimineren? 4. Waarom is het JAC op of direct na 18 juli niet geïnformeerd omtrent de procedure, die werd gevolgd met de nota? 5. "Op 13 september heeft de wethouder de brief van 30 augustus onder ogen gekregen". Welke maatregelen treft U om deze gang van zaken "enigszins" te versnellen? 6. Gaat U nu zéér grote spoed met de nota betrachten? Eet lijkt mij dringend genoeg Gezien de ernst van de situatie. A?<T* COKD Hr. Santberg: Kaar aanleiding van do door U gestelde vragen overeenkomstig artikel 40 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad be richten wij U als volgt: 1. inderdaad heeft on3 college in april van de z.g. werkgroep drugvoor lichting van de J.A.R. een rapport ontvangen. 2. Eet college heeft geen ontvangstbevestiging verzonden. Dat is niet ge bruikelijk in de contacten met adviescolleges. 3. en 5» Het college zal er voor zorgdragen dat dergelijke zaken in de toekomst beter bewaakt worden. 3.en 6. In de vergadering van 18-10-1973 heeft de raad dezer gemeente een beslissing ter zake genomen. 4.Kiet het J.A.C. maar de jeugdaöviesraad heeft zich inzake de subsidië ring van drugvoorlichting tot ons collego gewend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1646