gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
fj 9
Bijlage nr. 18
St/245
4 januari 1973
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot benoeming van twee
plaatsvervangende leden van de
stedebouwkundige adviesraad en me
dedeling inzake voorlopig karakter
van het dagelijks bestuur van deze
raad.
c>
I. In de verordening op de stedebouwkundige adviesraad is geregeld, dat
bij benoeming van leden van de adviesraad tevens plaatsvervangers wor
den aangewezen.
Voor enige sectoren zijn nog geen plaatsvervangers beschikbaar en aan
gewezen.
De Vrouwen Advies Commissie voor de woningbouw heeft thans als plaats
vervangend lid voorgedragen mevrouw C.A. Korstanje-van Unen, Kathenes-
sestraat 182, alhier.
Ook voor de in de stedebouwkundige adviesraad zitting hebbende socio
loog, de heer drs. L.J. Giebels, is nog geen plaatsvervanger aangewe
zen.
De heer drs. P.P.J. Houben, sociologisch medewerker in de sector stede
bouwkundig onderzoek bij het ministerie van volkshuisvesting en ruim
telijk ordening, wonende Weerdesteinstraat 19, alhier, is bereid als
plaatsvervangend socioloog in de adviesraad werkzaam te zijn.
De stedebouwkundige adviesraad heeft in.zijn vergadering van 13 december
1972 besloten beide kandidaten ter benoeming als plaatsvervangend lid
aan te bevelen.
Wij kunnen ons met deze aanbeveling verenigen en stellen U mitsdien voor
mevrouw A.C. Kostanje- van Unen en de heer drs. P.P.J. Eouben te be
noemen tot plaatsvervangende leden van de stedebouwkundige adviesraad.
II. In de betreffende' verordening is bepaald, dat de gemeenteraad de voor
zitter van de stedebouwkundige adviesraad benoemt en dat de leden van
de adviesraad de vice-voorzitter en de overige leden van het. dagelijks
bestuur uit hun midden aanwijzen.