1. macro-milieu: de leefwereld op grote schaal; hieronder
kunnen worden gerekend
de zorg voor de oppervlaktewateren;
de. zorg voor de zuiverheid van de buitenlucht;
bestrijding van bodemverontreiniging;
geluidshinder, b.v. van verkeer en speciaal van vlieg
tuigen.
In het algemeen is het milieub
nische zin een bovengemeenteli
van regio, provincie, rijk, of
eheer in macro-milieu-tech-
jkè zaak, die aandacht vraagt
zelfs meerdere landen.
2. Het meso—milieu: het leefklimaat op middelgrote schaal,
waar de gemeenten een duidelijke rol meespelen; voorbeelden
zijn de toepassing van de hinderwet, bouwverordening, alge
mene politieverordening, gezondheidswetgeving e.d.. Ook hie
openbaart zich een streven naar boven (althans inter-) ge
meentelijk beheer van het milieu.
3. Micro—milieu: het leefklimaat op kleinere schaal, het buren
recht en de uitlopers daarvan. Hier speelt de gemeente een
duidelijke eerste viool, waartoe overigens artikelen 167 e.
van de gemeentewet niet alleen de mogelijkheid, doch ook de
opdracht inhouden.
Uiteraard zijn de grenzen tussen macro-, meso- en micro-milieu
niet scherp en soms wat arbitrairVoorts wordt in de littera
tuur nog wel gesproken over mega—milieu, waarmede dan gedoeld
wordt op het leefklimaat op mondiale schaal. Hiermede hoeft
een eenvoudig gemeentebestuur in het West-Brabantse geen di
recte bemoeienis.
3. De taken van de overheid voor het milieubeheer
Zoals onder 2 werd gesteld, heeft de overheid - naast de indi
viduele burger - de zorg voor het milieubeheer. Daartoe is een
uitgebreid scala van voorschriften tot stand gekomen op rijks-