provinciaal- en gemeentelijk niveau, terwijl naast de gemeenten
de waterschappen (zuiveringsschappen) een rol van betekenis
spelen, ook op wetgevend gebied.
Voor de rijkswetgeving kan worden verwezen naar het overzicht
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten van 12 januari 1972,
welk overzicht als bijlage aan deze nota is gehecht.
Voorts kan worden gewezen op een schema, dat door Prof. Dr E.H.A.
Koeken is gehanteerd bij zijn inleiding op het nationaal congres
"gemeente en Milieubeheer" op woensdag 19 april 1972 over het
onderwerp: "Velke mogelijkheden bieden de milieuwetten?"
In dit overzicht, dat eveneens als bijlage bij deze nota wordt
meegezonden, wordt melding gemaakt van de wetten, provinciale
verordeningen en algemeen voorkomende gemeentelijke regelingen.
Uit deze regelingen blijkt, dat op verschillend terrein de ge
meenten worden geroepen tot het vervullen van een eigen milieu
taak. Aan de genoemde overzichten kan - voor wat de situatie in
Noord—Brabant betreft nog worden toegevoegd de provinciale ver
ordening inzake verontreiniging oppervlaktewateren, die als
uitvoeringsmaatregel van de desbetreffende rijkswet is tot
stand gekomen. Als belangrijkste middel van de gemeentelijke
overheid wordt meestal genoemd de Hinderwet, waarop wij - ge
zien de belangrijkheid voor het gemeentelijk milieubeheer -
onder 4 terugkomen.
Vervolgens moet hier worden genoemd als een middel dat voor de
toekomst van het grootste belang kan worden, de boven (inter—)
gemeentelijke samenwerking op diverse terreinen van milieu
hygiëne. Dat ook de Regio Breda hieraan niet voorbijgaat, blijkt
uit hot feit, dat de milieuhygiëne een uitdrukkelijk onderdeel
uitmaakt van een van de portefeuilles van leden van het dage
lijks bestuur, terwijl een speciale commissie van advies en
bijstand o.m. is belast met de milieu-hygiëne in de regio.