- 2 - bijl. nr. 379 bezwaar te hebben tegen de onderhavige overdracht. Het notarieel transport heeft nochthans tot op heden niet plaatsgevonden hetgeen door samenloop van omstandigheden - hierna toegelicht - is veroor zaakt De college-beslissing om Uw raad deze overdracht(en) voor te stellen dateert van 15 november 1966, terwijl om de exploitatie door de bouwvereniging(en) op 1 januari 1967 te kunnen laten aanvangen, nog in de raadsvergadering van december 1966 een beslissing moest vallen. Het is niet mogelijk gebleken op zo korte termijn een dergelijke aangelegenheid, ten aanzien waarvan bovendien tevoren nog geen ervaring was opgedaan, tot in details te regelen. Zulks uit zich b.v. in het uiterst summiere verkoopbesluit Destijds is als overdrachtsprijs bepaald de te zijner tijd door de minister vast te stellen werkelijke stichtingskosten van de woningen - nog gecompli ceerder vanwege de aanwezigheid van centrale antennes en wijkverwarming - en de eveneens nader te bepalen kosten van voorzieningen en garages, welke niet met leningen van het rijk zijn gefinancierd. De indiening van de eindafrekeningen en de definitieve vaststelling door het rijk van de stichtingskosten heeft nogal enige tijd gevergd; de bedoelde vast stelling dateert van februari 1971, zij het dat nadien - medio 1972 - nog mu taties in de bedragen der grondkosten hebben plaatsgevonden. Reeds ten tijde van het gereedkomen dezer woningen hebben wij omwille van een verantwoorde huurzetting aan het ministerie voorgesteld om de eerstgenoemde drie complexen samen te voegen. Hierin werd in principe wel bewilligd, als mede later - na aanvankelijke bezwaren - ook ten aanzien van het complex 72 woningen IJpelaar, welke onder vigeur van een andere bijdrageregeling zijn tot stand gekomen. De werkelijke samenvoeging zou evenwel pas plaatsvinden na vaststelling van de stichtingskosten en de afsluiting van de rijksleningen, en heeft qua schrif telijke bevestiging geduurd tot december 1971. Daarna moesten nog de schuld restanten en de onderscheiden annuïteiten van de rijksleningen worden gecombi neerd, hetgeen recentelijk is geschied. Gaandeweg zijn wij voorts tot de gedachte gekomen, dat het na zoveel tijdsver loop na het gereedkomen der woningen niet (meer) juist is de eigendomsover dracht te baseren op de oorspronkelijke stichtingskosten van vier, nu hier ge bleven niet meer afzonderlijke complexen; wij achten het reëler daarvoor thans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1772