-4-
diging van het buurt- en wijkopbouwvmk in een nieuwe stichting, de
Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk Breda. In bijgaande nota "Wat
beoogt de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk Breda?" zijn de ge
dachten van de Kommissie Samenlevingsopbouw over het opbouwwerk
neervele^d. Be nota is mede resultaat van een regelmatig overleg
tussen de Kommissie Samenlevingsopbouw, de Stichting Katholiek
Instituut voor Maatschappelijk Welzijn en ons kollege. Bovendien
gaat ook het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk met do "ekozen opzet accoord. Zonder dat wij ons op elke zin
snede binden kunnen wij ons met'de inhoud en de strekking van de
nota geheel verenigen.
Met nadruk is in het voorafgegane overleg gekozen voor de beperking
tot het opbouwwerk in buurten en wijken. Enerzijds is het vooral daar,
dat hot samonlovingsgobeuren zich voltrokt en bevolkingsinitiatieven
ondersteuning behoeven, anderzijds is hot opbouwwerk op stedelijk
niveau, alhoewel hot uiteraard, zeker voor wat betreft bevolkingsini
tiatieven, raakvlakkon heeft met het buurt- en wijkopbouwwerk, van
andere aard en heeft het meer relaties met de samenwerkingsfunktie,
zeker zoals deze uitgroeit tot wat men de ontwikkelingsfunktie noemt.
Welke perspectieven wij voor deze funktie zien zullen wij hieronder
nog uiteenzetten.
Ook in ander opzicht is het werkterrein van de nieuwe stichting voor
lopig afgebakend. Het buurtopbouwwerk in het kader van het Opbouw
werk in Bijzondere Situaties in maatschappelijk bedreigde buurten en
in zoverre onderdeel van het maatschappelijk werk van de Stichting
Katholiek Instituut voor Maatschappelijk Welzijn in die buurten, blijft
vooralsnog bij de Stichting Katholiek Instituut voor Maatschappelijk
Welzijn. Alhoewel naar onze mening ook het opbouwwerk in deze
buurten tot de taak van de nieuwe stichting gerekend zou moeten wor
den, zijn wij ermee accoord gegaan, dat het voorlopig nog bij de
Stichting Katholiek Instituut voor Maatschappelijk Welzijn blijft.
Allereerst is het voor de nieuwe stichting erg moeilijk om al vanaf