werkgevers als werknemers vertegenwoordigd zijn. Voorts besloot de
ledenvergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken het for
muleren en uitbrengen van een nieuw advies te'delegeren aan dezelfde
commissie. Correspondentie ter zake is ter visie gelegd. Overigens
wordt aangetekend dat de naam van de commissie intussen veranderende
van commissie "middenstandsaangelegenheden" in "commissie detailhan
del en ambacht", terwijl ook de samenstelling van de commissie wij
zigde; in dit kader zijn beide omstandigheden niet relevant.
Bij brief van 26 april j.l. berichtte de Kamer ons, dat ons hernieuwd
verzoek om advies in de vergadering van de bovenbedoelde commissie van
de Kamer van 20 april j.l. werd besproken, doch dat het na uitvoerig
overleg niet mogelijk was gebleken, de standpunten van werkgevers- en
werknemersleden van die commissie onder één noemer te brengen.
Die commissie zou alsnog onderzoeken, of en zo ja op welke wijze via
een te houden enquête, waarbij zowel de meningen van de werkgevers als
die van de werknemers zouden worden gepeild, alsnog tot een eendrach
tig oordeel zou kunnen worden gekomen.
De consequenties van het ontbreken van een communis opinio binnen de
commissie is enerzijds dat een "nieuw" advies niet zonder meer zou
kunnen worden gegeven, terwijl anderzijds de beslissing van Uw raad
m.b.t. de proefperiode - waarbij uiteraard alle aspecten een rol spe
len - niet kan worden vereenvoudigd doordat een tweetal van de be
trokken partijen overeenstemming zou hebben bereikt, i
.3.In de hernieuwde aanvraag van de contactcommissie Middenstand Groot
winkelbedrijven voor de proefperiode denkt de commissie aan een
proefperiode van zes maanden, ingaande op de eerste van de maand,
volgende op die, waarin Uw raad een gunstige beslissing zou nemen.
Ter zake is wederom advies gevraagd aan de Kamer. Gelet op het voor
gaande besloot de commissie detailhandel en ambacht aan het formuleren
van een advies een enquête onder ondernemers en werknemers vooraf-te
laten gaan.
Dientengevolge diende de behandeling van het voorstel aangaande de
koopavond op proef voor onbepaalde tijd te worden uitgesteld, waarvan
wij Uw raad in de vergadering van 23 mei j.l. - bijlage nr. 198 - op
de hoogte stelden*).