Bijlage' nr. 52
-3-
De enquête en het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Bij brief van 28 augustus 1972 nr. K 6910*) heeft de Kamer ons
medegedeeld, dat onder ondernemers en werknemers in de detailhan
del een enquête is gehouden over de instelling van een wekelijkse
koopavond op vrijdag bij wijze van proef gedurende zes maanden.
De enquête onder de ondernemers werd gehouden door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, waarbij 1743 detailhandelaren werden aan
geschreven; 702 formulieren - of wel 40$ - zijn ingevuld terug
ontvangen; de overige ondernemers - 60-, gespreid over de gehe
le stad en over alle branches, blijken niet zodanig geïnteresseerd
te zijn dat men de vragen heeft beantwoord.
Van die 702 detailhandelaren gaven er 203 (d.i. 29$) te kennen,
een wekelijkse koopavond gedurende een proefperiode nuttig te ach
ten, 453 ondernemers (d.i. 65$) verklaarden het nut daarvan niet
in te zien en 46 (d.i. 6/») hadden hieromtrent geen mening. Vat de
bereidheid tot openstelling van hun winkelbedrijven tijdens koop
avonden gedurende de proefperiode betreft, verklaarden 214 van ae
702 ondernemers (30$) hun winkels dan te willen openstellen, 400
ondernemers (57$) gaven te kennen daartoe niet bereid te zijn en
de resterende 88 (13$) verklaarden, nog niet te weten, wat zij
zouden doen.
De enquête onder de werknemers werd door de sociografische dienst
van de gemeente steekproefsgewijze onder 301 werknemers in de de
tailhandel van 18 jaar en ouder uitgevoerd, welk aantal ongeveer
overeenkomt met 6,5$ van de werknemers in de Bredase winkelbe
drijven. Vlij tekenen hierbij aan, dat volgens de wettelijke be
palingen jonger winkelpersoneel gedurende koopavonden niet mag
overwerken. Het resultaat van deze enquête komt hierop neer, dat
107 werknemers (35,6$) zich bereid verklaarden mede te werken aan
een proef met een wekelijkse koopavond, 189 personeelsleden
(62,8$) te kennen gaven daartoe niet bereid te zijn en 4 hunner
0>3$) geen mening hadden; 1 werknemer weigerde aan de enquête
mee té doen.