Bijlage nr. 64
-2-
sule net een van 0,1 cent. Dit laatste bedrag kan alleen bij besluit van
Uw raad worden gewijzigd.
Haar ons oordeel is er alle aanleiding on de PMKM ook ten aanzien van de ta
rieven voer de kleinverbruikers te volgen, dit ondat ook voor deze categorie
het inkoeptarief wordt verhoogd en on de door Uw raad Voorgestane uniformi
teit in de tarieven te handhaven.
De huishoudelijke verbruiker zal als gevolg van een dergelijke tariefverhoging
0,25 tot 0,75 per maand neer gaan betalen bij afnamen van respectievelijk
1.000 en 3-000 kWh per "jaar.
De meeropbrengst voor het energie:- en waterbedrijf van de vorenomschreven
tariefverhogingen is op jaarbasis als volgt,te becijferen:
meeropbrengst grootverbruik 111.020.000 kWh b. 0,2 cent 222.040,
meeropbrenst overig verbruik 111.990.000 kWh 0,3 cent 335.970.
De in de begroting 1973 van het energie- en waterbedrijf voorkomende stel
post voor algemene tariefverhogingen, groot 500.000,i3 derhalve op
grond van de verhoging der elektriciteitstarieven voor 252.000,gedekt.
De onder 3 opgenomen becijfering gaat er van uit, dat de tarieven per
1 januari 1975 worden verhoogd. Wij menen, dat aan deze datum de hand kan
worden gehouden ondanks de vertraging in de behandeling, welke het gevolg
is van het feit, dat het standpunt van het Ministerie van Economische Zaken
eerst op 9 januari 1973 te onzer kennis kon worden gebracht.
Weliswaar is de PK3M bereid de verhoging van het inkooptarief voor de sec
tor laag3panningsverbruik met een maand uit te stellen, doch dit zou toch
nog leiden tot een lagere netto-opbrengst voor het energie- en waterbedrijf
in 1975 van globaal 16.000,
Gelet op de financiële positie van de gemeente achten wij het niet gewenst
door uitstel van de tariefverhoging voor de laagspanningsverbruikers net een
maand een verliespost van 16.000,te incasseren. Voor de afnemers gaat
het slechts om <?4n maal 0,25 tot 0,75.
558.010,—
252.000,—
506.030.—