Bijlage nr. 58 - het vrijlaten van het verstrekken van alcoholvrije drank voor ge bruik ter plaatse (hoofdstuk i); - het verlichten van de aanvullende inrichtingseisen (hoofdstuk li); - aanpassing voorschriften vrouwelijke bediening aan het karakter van de inrichting (hoofdstuk V); - een neer gedetailleerde regeling van het sluitingsuur (hoofdstuk VIII, par. 2); - een nieuw vergunningssysteem inzake het ten gehore brengen van mu- ziek in horeca-gelegenheden (hoofdstuk VIII, par. 3)j - nieuwe voorschriften ter voorkoming van geluidshinder afkomstig van muziek in horecabedrijven (hoofdstuk VIII, par. 3). De Drank- en Horecawet verplicht ons omtrent de bepalingen die hun steun vinden in die wet zowel de Kamer van Koophandel als de Provin ciale Raad voor de Volksgezondheid te horen. Ten aanzien van die voorschriften die gebaseerd zijn op artikel 168 van de gemeentewet geldt die verplichting derhalve niet. De Kamer van Koophandel heeft bij enkele bepalingen uit de ontwerp verordening opmerkingen c.q,. bezwaren gemaakt. De bezwaren van de Kamer van Koophandel richten zich voornamelijk tegen die voorschrif ten, waarbij het economisch belang van de horeca-ondernecer in het geding i3. Het zou te ver voeren binnen het raam van dit voor3tel daarop in te gaan. Wij hebben daarom de brief van de Kamer van Koop handel d.d. 22 november 1972 no. K-10405, alsmede onze bemerkingen daarop voor U ter visie gelegd. De Provinciale Raad voor de Volksgezondheid heeft bij brief van 22 november 1972 no. 194 medegedeeld, dat hij zich geheel met de inhoud van de concept-verordening kan verenigen. De Katholieke Bond van Personeel in de Agrarische-, Voedings- en Ge- notmiddelenbedrijven en de Nederlandse Bond van Hotel-, Café- en Restaurantpersoneel aan wie wij het ontwerp ter kennisneming hebben gezonden, hebben ons eveneens bericht daarmee te kunnen instemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 346