bij bijlage nr. 68
-3-
2. Het bepaalde in het voorgaande lid is niet van toepassing op een in
richting, waarin of in een onderdeel waarvan in hoofdzaak geringe eet
waren worden verkocht of die uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste
staat van jeugdorganisaties of -instellingen, dan wel sportorganisatii-
of -instellingen.
Artikel 5
Voor een inrichting, waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, gelegt
in zone A, moet een lokaliteit een oppervlakte hebben van terminate 20 si
Artikel 6
1Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de eisen, gs
ncemd in de artikelen 3, 4, 1e lid en 5.
2. Een verzoek om ontheffing wordt schriftelijk ingediend. Eet kan zijn
vervat in een aanvraag om vergunning.
3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen drie maanden, nadat het
verzoek om ontheffing is ingekomen. Deze beslissing kan zijn vervat ix
hun beschikking op een aanvrage om vergunning.
4. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffi
kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrc
ken of gewijzigd.
5. Een besluit, waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken of gewi;
zigd, een ontheffing onder beperkingen is verleend of aan een ontheffi
voorwaarden zijn verbonden, is met redenen omkleed en wordt bij aange
tekende brief aan verzoeker toegezonden.
Artikel 7
1. Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 6, 5e lid, kan betrokkene
schriftelijk beroep instellen bij gedeputeerde staten.
u t beroepschrift wordt binnen 4 weken na de dag waarop het besluit ia
verzonden, ingediend bij burgemeester en wethouders. Deze zenden het oh
verwijld door.
3. Het beroep kan zijn vervat in een beroepschrift tegen het weigeren of
intrekken van een vergunning.
4. Voor de tcepa33ing van dit artikel wordt het niet binnen de geste tl
mijn besluiten gelijk gesteld met een besluit tot weigering. De beroep
termijn vangt alsdan aan op de dag, volgende op die, waarop het beslui
uiterlijk had moeten zijn genomen.
Hoofdstuk III Drankverstrekking op gedeelten van de open
bare weg
Artikel 8
Het verstrekken van alcoholhoudende drank door of vanwege de houder van
een vergunning als bedoeld in artikel 3, 1e lid, onder a of o van de wet
6 mag op de openbare weg slechts geschieden op dat gedeelte van de weg, het
welk onmiddellijk grenst aan het perceel, waarin zich de in de akte van
de vergunning vermelde inrichting bevindt, en alleen, indien en voor zovel
de vergunninghouder gebruik maakt van een door burgemeester en wethouders
vc-rleende vergunning om op dat gedeelte banken, tafeltjes en stoelen te
plaatsen.