I gemeente Bredé bij bijlage na 68 Tceliehtirif bij de drar.k- en horecaverordenir.? Breda 1 9Vt Hoofdstuk I Algemene Eeoalingcn 1 VII en noemd in van straf wezen ambte- Terwille van de hanteerbaarheid van de verordening is een aantal definities opgenomen waaraan dezelfde betekenis als in de wet wordt toegekend. De definitie van een verlof is geheel vervallen omdat de nieuwe verordening het verstrekken van alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse geheel vrij laat. De wetgever heeft in de nieuwe Drank- en Horecawet die op 1 november 1967 in werking is getreden geen bepalingen t.a.v. het verstrekken van al coholvrije drank meer opgenomen. Hiettemin heeft Uw raad in 1967 gemeend, op grond van de autonome bevoegdheid, daaromtrent regels te stellen. Gedurende de periode van 5 jaar, dat met de verordening is gewerkt, is niet gebleken, dat aan de desbetreffende bepalingen nog enige behoefte bestaat. Er zijn weinig of geen steekhoudende argumenten meer aar. te voeren om ar.no 1973 het verstrekken van alcoholvrije drank voor gebruik tor plaatse nog te binden aan een vergunning van de gemeentelijke overheid. Hoofdstuk II Aanvullende inrichtingseisen Krachtens artikel 6 van de Drank- en Horecawet kunnen door de gemeenten in het belang van de sociale hygiëne verdergaande alsmede andere eisen ter. aan zien van inrichtingen worden gesteld. De aanvullende eisen in dit hoofdstuk zijn tot eon minimum beperkt. Er zijn geen bepalingen meer opgenomen m.b.t. de gelijkvloeroheid van lokaliteiten en het grenzen aan de openbare weg. Het Bedrijfschap Horeca heeft in een eerder stadium zijn bedenkingen hiertegen gesignaleerd. De kwaliteit van de bedrijfsuitoefening wordt immers niet dcor die punten bepaald. De eis, dat bij de aanwezigheid van eer. voorportaal, ce ruimte voor mannon en vrouwen gescheiden moet zijn, werd in de drank— en ho- recaverordening Hreda 1967 niet gesteld t.a.v. inrichtingen die buiten zor.e A waren gelegen. Deze eis komt ons thans voor dit seort inrichtingen niet overdreven meer voor. De oppervlakte eis van 40 m2, welke dus 5 z.2 boven het wettelijke minimum uitgaat, is gehandhaafd voor de cafd- en restaurantbedrij ven. Het wordt niet juist geacht de aanvullende ei3 van 5 m2 nog langer te doen gelden voor de cafetariabedrijven, waar in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals patates frites en belegde broodjes worden verkocht. Evenmin moet deze eis r.og gelden voor de gemeenschapshuizen en kantines op sportterreinen e.d.. Dit soort gelegenheden heeft reeds een beperking t.a.v. de drankverstrekking zwak-alcohol.drank)terwijl die verstrekking veelal van bijkomstige bete kenis is Eet tweede lid van artikel 4 zondert dit soort inrichtingen dan ook uit. De artikelen 6 en 7 verschillen inhoudelijk niet veel van de betreffende be palingen in de oude verordening. De wijzigingen zijn uit praktische overwe gingen opgenomen. Hoofdstuk III Dr.-.rk.-r rek kin - or rec>clt--n var, do o-^nbare 15 Artikel 5 van de oude verordening wekte de indruk alsof op elk gedeelte- van de openbare weg met gebruikmaking van een terrasvergunning alcoholhoudende drank kan worden verstrekt. Het verstrekken van alcoholhoudende drank is be halve in een inrichting (besloten ruimte) en de open aanhorigheden 3lechts toegestaan op de in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen gedeelten van c openbare weg. De huidige redactie van artikel 8 houdt hier rekening mee.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 359