- 6 -
Bijlage nr.74
pensioenaanspraken bij de Stichting Pensioenfonds Bibliotheekpersoneel
(weliswaar waardevast), wordt gefixeerd op het tijdstip van overgang en
houdt in dat het toekomstig karriëreverloop (periodieken zowel als
promoties) niet meegenomen wordt over de in het verleden verkregen pen
sioenjaren. Na overleg met de stichting en een aantal deskundigen menen
wij dat een kompensatieregeling in deze een oplossing kan bieden. De
regeling, waarover overeenstemming is bereikt, sluit degenen die minder
dan vijf deelnemersjaren in de stichting hebben uit, omdat het in die
gevallen over zeer geringe bedragen gaat. De gemeente Breda verbindt
zich de personen, die door deze over'ga.ng nadeel zullen ondervinden,
eer. kompensatie te geven. Do regeling betreft maximaal 7 personen. Op
gror.d van een door een aktuaris gedane berekening voor 1972 kan worden
gesteld dat de jaarlijkse storting, gemiddeld 3.000,- 4.000,
eksklusief konjunkturele stijgingen, zal bedragen, hetgeen gunstig kan
worden beïnvloed door opzegging van dienstbetrekking voor de pensioen
gerechtigde leeftijd.
3. Ten aanzien van de financiële gevolgen.
Uit het voorafgaande is reeds gebleken dat de struktuurwijziging ook
financiële konsekwenties heeft. Deze kunnen als volgt worden berekend:
- verhoging post sociale lasten (op ba3is feitelijk personeelsbestand
1-1-1972) 45.000,—
- kompensatieregeling van de pensioenen 4.000,
- overdracht eigendommen Stichting Verenigde Openbare
Bibliotheken, stichting r.k. Openbare Leeszaal en
Bibliotheek en de Vereeniging Openbare Leeszaal en Biblio
theek 12.000,
De beide eerstgenoemde bedragen komen jaarlijks terug, het laatste bedrag
is eenmalig.
Goedkeuring achterban:
De bereidheid tot medewerking is vanzelfsprekend gegeven onder voorwaarde
dat de achterban - bij de Stichting r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek
de statutair voorgeschreven goedkeuring van de bisschop van Breda en bij
de Veroer.iging de statutair voorgeschreven goedkeuring van de algemene
ledenvergadering - mot de struktuurwijziging, de likwidatie van de ver
enigde stichting, de inbreng van aktiviteiten en het zich onthouden van
