bij bijlage nr. 97
.8.
Artikel 24.
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 107 t/a 115 van hot uitvoe
ringsbesluit is de houder van een rijkaart verplicht:
a. de te zijnen name afgegeven rijkaart tijdens do uitoefening van zijn
dienst bij zich te dragen en op eerste vordering van de in artikel 65
dor V.'et bedoelde ambtenaren tor inzage af te geven;
b. de te zijnen name afgegeven rijkaart, zodra deze haar geldigheid heef'
verloren, in te leveren bij do commissaris van politie;
c. na het volbrengen van elke rit do in artikel 12, lid 8, bedoelde rit'
tenstaat naar waarheid en duidelijk leesbaar in te vullen en do rit-
tenstaat op eerste vordering ter inzage af te geven aan de in artikel
65 der V.'et bedoelde ambtenaren;
d. de te vervoeren personen langs do kortste en snelste weg of de door
de passagier aangeduide route naar het opgegeven adres te vervoeren;
e. te zorgen, dat de in artikel 12, lid 4 bedoelde tarieflijst voor de
passagier steeds duidelijk zichtbaar is
2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste lid,
sub e, ontheffing verlenen, indien de taxi gebezigd wordt voor de uit
oefening van personenvervoer, waarvoor geen tarieven zijn vastgesteld.
Artikel 25.
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 107 t/m 115 van het uitvoe
ringsbesluit is het de houder van oen rijkaart verboden:
a. personen te vervoeren zonder dat de taxameter in werking is of de
taxameter buiten werking te stellen, voordat de passagier het ver
schuldigde bedrag hoeft voldaan;
b. van de door hom vervoerde personen een hogere prijs te vragen dan het
door burgemeester en wethouders vastgestelde tarief;
o. zond er toestemming van degene, die de taxi voor een bepaalde rit
heeft besteld, tegelijkertijd ook andere personen, al dan niet tegen
betaling, met die taxi te vervoeren;
d. personen te vervoeren, die zich aanbieden op do wijze, als bedoeld
in artikel 2, sub a en b, zonder dit voor ae aanvang van de rit to
melden aan de telefooncentrale;
e. tijdens het vervoeren van personen zonder hun toestemming in de taxi
te rokon of een radio in werking te hebber..
2. 3urgemeestor en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste lid,
sub a en 'o ontheffing verlenen, indien de taxi gebezigd wordt voor do
uitoefening van personenvervoer, waarvoor geen tarieven zijn vastgesteld
Hoofdstuk VIII.
Adviescommissie
Artikel 26.
1. Burgemeester en wethouders stellen een commissie van advies in, aio tot
taak hoeft hun ooilege desgevraagd of eigener beweging van advies to
dienen in zake aangelegenheden mot betrekking tot hot beleid op het ge
bied van het vervoeren van personen met taxi's. Do commissie bestaat
uit zeven leden.
2. De commissie is als volgt samengesteld:
a. drie leden, als vertegenwoordigers van do werkgevers in het taxi
bedrijf, benoemd op aanbeveling van door burgemeester en wethouders
erkende werkgeversorganisaties op hot gebied van het personenvervoer;
b. twee leden, als vertegenwoordigers van de werknemers in het taxi
bedrijf, benoem! op aanbeveling van door burgemeester on wethouders
erkende werknemersorganisaties op het gebied van het personenvervoer;
c. een voorzitter en een secretaris, die beiden dool uitmaken van co
commissie en die ais zodanig de te vervoeren burgers vertegenwoordiger