3. De leden worden benoemd voor de tijd van twee jaar, met dien verstande,!
dat zij tussentijds op voordracht van de desbetreffende organisatie(s)
kunnen worden vervangen. De aftredende leden zijn herbenoembaar. Het lij
dat benoemd is ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature,
treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats het is be
noemd, moe3t aftreden.
4. Een maal per jaar in de maand januari stelt de commissie vast het aantal
taxi's, dat naar haar oordeel in voldoende mate voorziet in de behoef
te aan deze vervoermiddelen. Zij doet mededeling van het vastgestelde
aantal aan burgemeester en wethouders en gaat daarvan uit bij haar ad
viezen in zake het verlenen van nieuwe vergunningen of uitbreiding van
het aantal taxi's van bestaande bedrijven op het gebied van het per
sonenvervoer.
5. Elk advies aan burgemeester en wethouders moet schriftelijk worden uit
gebracht. De mening van de leden, die met betrekking tot een advies de
minderheid vormen, moet op verzoek van die leden in het advies tot uit
drukking worden gebracht. e
6. De vergunninghouder en de houder van een rijkaart zijn verplicht 'c
een oproep van de commissie gevolg te geven en desgevraagd, alle inliet
tingen te verstrekken, die de commissie nodig acht om haar taak naar
behoren te kunnen vervullen.
Hoofdstuk IX.
Strafbepaling. artikel 27.
1Overtreding van de gebods- of verbodsbepalingen van deze verordening, of
overtreding van de krachtens deze verordening vastgestelde regels, vor-i
men een strafbaar feit, als bedoeld in artikel 63 der V/et.
2. Geschiedt overtreding van een gebods- of verbodsbepaling, als in het
vorige lid bedoeld, door of vanwege een rechtspersoon, dan wordt de
strafvervolging ingesteld en wordt de straf uitgesproken:
a. hetzij tegen die rechtspersoon;
b. hetzij tegen degene, die tot de overtreding opdracht gaf of de fei
telijke leiding had bij het verboden handelen of nalaten;
c. hetzij tegen beiden.
Hoofdstuk X.
Overgangsbepalingen. Artikel 28.
1. Alle door burgemeester en wethouders voor het tijdstip van het in wer
king treden van deze verordening verleende vergunningen tot het vervoo-'
ren van personen met huurauto's vervallen na verloop van zes kalender
maanden sinds dat tijdstip.
2. Ingaande op het tijdstip, waarop de lopende vergunningen ingevolge 'et
vorige lid hun geldigheid verliezen,verlenen burgemeester en wethof rs
aan de houders van dergelijke vergunningen op hun verzoek een nieuwe
vergunning met inachtneming van de bepalingen van deze verordening en
wel in dier voege, dat elke vergunninghouder hetzelfde, aantal taxi's
mag exploiteren als krachtens de vervallen vergunning.
Hoofdstuk XI.
Slotbepalingen. Artikel 29.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als:"taxiverordening Breda 1973"'
2. Zij treedt in werking op de derde dag na die van haar afkondiging. Op
dat tijdstip vervalt dé "taxiverordening"d.d. 7 september 1950, ge
meenteblad nr. 918.
Aldus vastgesteld door de raad
voornoemd,
voorzitter.
secretaris.