Bijlage nr. 104-
ver hot ".'ertnnni van eon zakelijk: vcttclijk verband tussen deze en het ob
ject alleszins voor de hand liggend is.
"et standpunt van appellant zon tot de conseawentie leiden dat ''"ij, alvorens
een aanschrijving te doen uitgaan, de huurcontracten zouden mooter. raadplegen
er. interpreteren, dit is duidelijk een rechterlijke functie, en van privaat
rechtelijke aard. ie woningwet is oen publiekrechtelijke regeling, waarvan
de toepassing niet geconditioneerd wordt door deprivaatrechtelijke verhou
dingen 'voren de ''vorder en eigenaar.
~e cc.c-itic hiervan is. dat de eigenaar, indien deze opgrond van een
aanschrijvir een bepaalde voorziening heeft aangebracht; welke op grond van
het huurcontract, gebruik ei' plaatselijke gewoonten, voor rekening van de
huurder kont, deze de korten hiervan eventueel kan verhalen op de huurder.
Wij zien in he; geheel geen aanleiding ens standpunt te herzien.
Eigenaresse is naar onze cening dan ook terecht aangeschreven.
Cp grond van r.e; bovenstaande stellen wij U voor het verscck on voorziening
ongegrond te verklaren en ce aanschrijving te handhaven.
"er. iueei afwijkend advies van de afdeling voor openbare verken zal U nog
zzder worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
"erfcc burgemeester,
van den Dan secretaris.