gemeente Breda 32H de raad dei QSlTieeriiö Breoa. Mededeling van burgemeester en wethouders in Bijlage nr. 111 zake de afwikkeling van de xet Zeebregts' Aan- 2 xaart 1973 nemingsbedrijf N.V. gesloten interim-overeen- koxst Winkelcentrum Hoge Vuoht. 1Inleiding Op 21 juni 1968 is -conforx het door Uw raad op 15 februari 1968 ger.oxen besluit- tussen de gemeente en Zeebregts' Aannemingsbedrijf 11.V. (thans: Wilma Tilburg B.V. een overeenkomst gesloten net betrekking tot de realisering van het winkelcentrum Eoge Vucht. Afschriften van dat besluit, van ons daartoe strekkend voorstel en var de overeenkomst met bijlagen hebben wij voor U ter inzage gelegd. De overeenkomst kan -zeer in het kort- als volgt worden geresumeerd: a. de gemeente verkoopt, onder beding van wederinkoop, 14 ha. grond ir. de Eoge Vucht aan meergenoemde N.V.; b. de levering van de grond geschiedt in drie, de betaling in zes fasen; c. de gemeente maakt de gror.d op kosten van de N.V. bouwrijp; d. de N.V, realiseert conform het bestemmingsplan de bebouwing, inhoudende een winkelcentrum er. de randbebouwing, dit laatste omvattende de bouw van drie langgerekte flatgebouwen met bedrijfsruimten en vijf torenflats. e. de -\'.V. legt op haar kosten de geprojecteerde wegen, plantsoenen en parkeer- terreinen (hierna te noemer.: de openbare voorzieningen) aan en levert daarna de grond met de openbare voorzieningen om r.iet terug aan de gemeente. Na ondertekening van de overeenkomst heeft de N.V. een aanvang gemaakt met de bouw van het eerste gedeelte van het winkelcentrum. Eegir. 1970 -nog voor ce aan vang van de bouw van het tweede gedeelte van het winkelcentrum- bleek, dat eer. aantal factoren (sterk gestegen rentevoet, invoering var. de ETW er. daardoor ge stegen stichtingskosten, geringere interesse var. beleggers t.a.v. flatbouw) de totstandkoming dor geplande bebouwing ernstig ir. gevaar bracht. Om uit deze impasse te geraken, heeft ons college in Uw vergadering van 16 juli

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 559