rjiage nr. -6- wijzigingen terwijl daarnaast de hoogte van de afschrijvingen door het bedrijf is beoordeeld. Een en ander heeft geleid tot een door het bedrijf opgestelde prognose van de winstuitkering voor 1974 van 200.000,hierbij moet worden aangetekend dat in deze prognose reeds tariefsverhogingen zijn verdisconteerd tot een bedrag van 1 miljoen gulden terwijl anderzijds met een verzwaring van de lasten van 7 ton is gerekend voortvloeiende uit vooralsnog nodig geachtte herziening van de unitaire afschrijving bij gas en elektriciteit. Dit betekent dat er op dit moment moet worden uitgegaan van een beperking van de groei in de inkomsten zoals dit op grond van de begrotingen is geëxtrapoleet V van 2.633.000,Een en ander kan niet worden goedgemaakt door extra verhoging van de eigon inkomsten gelet op het feit dat reeds met een meer-opberekeniig van belastingen door tariefsverhoging tot een bedrag van 704.000,is rekening gehouden (vervolgens het cijfermatige beeld). Uitgaande van deze gegevens kan nu het volgende totaalbeeld worden opgesteld. Budgettaire capaciteit 1974 Budgettaire capaciteit volgens begroting 1973 btijging Hiervan voorshands te bestemmen voor nieuwe activiteiten c.q. uitbreiding en intensivering van bestaande Resteert voor opvang van kostenstijging van be staande activiteiten 56.966.000,— 95.161.000.— 1.805.000,— of 3,4 1.139.000,— of 2# 666.000,— of 1,4# Hierbij moet men zich realiseren dat voor 1974 moet worden gerekend op een loonkostenstijging van 12,7 eri prijsstijging van 6# en een stijging van de rente last met 3# wegens de noodzakelijke verhoging van het ronte-omslagporcentage van de leningsdienst van 6,5 naar 6,7# Dit beeld betekent zonder meer dat in belangrijke mate bezuinigd zal moeten worden. 2. 5. Conclusies Gegeven de bovengeschetste situatie hebben wij ons beraden hoe de besluitvorming met betrekking tot de nodig geachte bezuiniging en sanering alsmede ten aanzien van de begroting 1974 zou dienen te verlopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 606