Bijlace nr. 147
-10-
In het investeringsplan 1973-1977 kan deze uitgaaf worden in
gepast door vermindering van de posten:
B.1.00.03.2, verwerving eigendommen in Haagse Beemden met
300.000,—
B.3.00.03.1, aankoop woningen t.b.v. grondbedrijf
B.met 320.000,—
B.3.00.03.2, aankoop woningen t.b.v. grondbedrijf
A, met 639.200,—
Ondanks de benodigde kredietverhoging voor de afbouw van het
project kunnen de verleende kredieten ten behoeve van de rente-
bijschrijving worden verlaagd.
Ais oorzaken hiervoor kunnen worden genoemd:
1Met het oog op het streven om de gehele installatie medio
1973 in gebruik te nemen is rente bijgeschreven tot ultimo
1973 zulks in tegenstelling tot de voorgaande kredietverho
ging waarbij rente tot ultimo 1974 werd bijgeschreven.
2. Rekening is gehouden met een voorlopige toezegging van het
rijk dat uit de "verontreinigingsheffing rijkswateren" ca
53/3 subsidie in de subsidiabele kosten van de touw van de
R.V.'.Z. zal worden ontvangen. Deze voorlopige toezegging
heeft betrekking op de subsidiabele uitgaven van het pro
ject voor zover de verplichting tot betaling na 1 januari
1971 is ontstaan.
Met ingang van eerder genoemde datum is de zogenaamde
"korthalsregeling" op grond waarvan de gemeente van rijk
en de provincie samen 25?° van de subsidiabele kosten ontving,
komen te vervallen. De meerdere subsidie als gevolg van de
nieuwe (voorlopige) regeling is becijferd op ruim
3.470.000,
3. In de renteberekening werd voorts ook nog rekening gehouden
met de invloed van de bijdragen van de aangesloten gemeenten
op de R.W.Z.
Rekening houdend met het vorenstaande alsmede met het feit dat
een kredietverhoging voor de bouwkosten van'/ 1.259.200,nood
zakelijk is is een herziene berekening van de rentebijschrij
ving opgesteld.
Hierbij is zoals gebruikelijk het volgende in acht genomen.