I GEMEENTE BREDA _5_. ve,vo!0biod vervoloblod - en lienst) van Degeleidings- in samenstel- n de met bij de be- ist, het functio- Lng van de zoals die >or onder a. inziens hier- jvereenkomst ievoortzetting .d. over- 1 ten aa -,n vormingspro- ran de gemeente ;uur gekozen it de relatie -aad bekend is- ligende exploi-' d. de gelijke vertegenwoordiging van gemeente en participanten in hot be stuur staat er borg voor, dat het gemeentelijk belang op voldoende wijze i ir< het bestuur aan de orde kan worden gesteld; e. gelet op het feit, dat het bestuur uit een even aantal leden bestaat, is -conform de bedoeling van de "algemene motie" (zie punt 1.1.)- gezocht naar een adequate oplossing voor het geval, dat de stemmen staken. Gelet op het hiervoren onder a. t/m c. gestelde als op de wenselijkheid dat hot stichtingsbestuur slagvaardig moet kunnen functioneren, is gekozen voor het instituut van de "dubbele voorzittersstem". f. het gekozen rouleringssysteem schept voldoende waarborgen, dat de gemeen telijke vertegenwoordiging -zo nodig- aangepast kan worden. Het eerst na drie jaren in werking treden van dit systeem is naar onze mening noodzakelijk om een voldoende continuïteit van het bestuursbeleid ■gedurende de eerste'tijd te verkrijgen. Ten aanzien van de benoeming in het bestuur van de gemeentelijke vertegen woordigers verwijzen wij U naar het hierbijgaande voorstel. C, Vermogen en inkomsten en de fondsvorming Deze materie is geregeld in de artikelen 4 en 5. Nadere detaillering treft U aan in de overeenkomst tussen gemeente en stichting, en wel: voor artikel 4 b (bedrijfsfonds): zie artt. 8 t/m 10 der overeenkomst voor artikel 4 c (opbrengsten): zie art. 6 lid 3, voor artikel 4 d (opbrengsten uit beleggingen): zie art. 8 lid 4. De loden 4 a en 4 e spreken naar onze mening voor zich en behoeven geen nadere toelichting. De fondsvorming (artikel 5; der statuten is, zoals reeds boven gezegd, na der geregeld in do artikelen 8 t/m 10 der overeenkomst. D, Boekjaar, accountant en verantwoording De in artikel 6 neergelegde regeling voldoet naar onze mening aan ter zake redelijk te stellen eisen. E, Ontbinding De bepaling als opgenomen in het eerste lid van artikel 7 ontleent haar bestaansnotief aan het gestelde in.artikel 8; dit artikel geeft namelijk de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 7