Bijlage nr. 178
-6-
Ket voorontwerp van wet op de bodemverontreiniging.
De wettelijke regeling inzake de verwerking van vaste afvalstoffen is
er nog niet en de verwachting bestaat, dat hiermede nog geruime tijd
gemoeid zal zijn.
Het rapport verwerking vaste afvalstoffen West-Brabant.
Dit rapport is d.d. juni 1971 uitgebracht bij de Stichting Overleg- en
Informatiecentrum West-Brabant. De conclusies daarin zijn verdeeld in
"conclusies, leidende tot regionale oplossingen" en "conclusies, leidende
tot een gewestelijke oplossing".
Met betrekking tot Breda wordt in de eerste categorie conclusies gesteld)
Een groot deel van het oostelijk gebied van het gewest met Breda als
centrale gemeente zou voorlopig geholpen zijn d^or zich aan te sluiten
bij de verwerking in Oosterhout. Deze verwerking, storten in diep water,
zou daardoor in een sneller tempo aflopen, hetgeen gewenst is.
Intussen zou aan een meer definitieve oplossing voor Breda moeten worden
gewerkt. In de gegeven omstandigheden zou daarbij gedacht kunnen worden,
aan een verbranding, gezamenlijk met Tilburg (en) of Moerdijk en/of aan
een oplossing in de vorm van gecontroleerd storten".
In de tweede categorie conclusies wordt o.m. gesteld:
"Naa3t de indicaties, die geleid hebben tot de bespiegelingen over de
regionale oplossingen, zijn er ook overwegingen, die meer pleiten voor
een gewestelijke aanpak. Dit kan leiden tot een verwerking in de geest
van het rapport, dat door de Vuilbank is opgesteld" (volgens verder
voor- en nadelen van een dergelijke oplossing).
Het zal duidelijk zijn, dat deze conclusies niet relevant zijn met be-)
trekking tot het nu aan de orde zijnde voorstel, dat alleen het tot
1 januari 1977 lopende contract met de Grontmij regardeert.
Het overleg met Tilburg inzake een eventuele coördinatie ter zake van
de verwerking van vaste afvalstoffen.
Gebleken is, dat Tilburg vooralsnog niet tot de methode van verbranding
zal overgaan, zodat in dit opzicht een samenwerking niet urgent is.