GEMEENTE BREDA
bij bijlage nr. 178
F/i/443Q-51 32-5308 Bijlage II bij het voorstel van burge
meester en wethouders tot herziening
van het contract met de N.V.Grontmij
inzake de stortplaats in Bavel.
Be raad der gemeente Breda;
gezien het foorstel van burgemeester en wethouders;
besluit:
tot het aangaan van een overeenkomst met de H.V. Grontmij, Grondverbetering
en Ontginningsmaatschappij, gevestigd te de Bilt, luidende als volgt:
Ir. W.J.L.J. Merkx, burgemeester van Breda, krachtens artikel 78 der gemeen
tewet, de gemeente in deze vertegenwoordigende, handelende ter uitvoering van
het besluit van de raad dier gemeente van 17 mei 1973,
handelende namens de N.V. Grontmij, Grondverbetering- en Ontginningsmaat
schappij, gevestigd te de Bilt, hierna te noemen "Grontmij", zijn het volgende
overeengekomen:
1. De"Grontmij" verleent aan de gemeente Breda het recht en de gemeente Breda
accepteert de verplichting om alle stadsvuil, uitgezonderd chemicaliën,
faecaliën, kadavers, slachtafval, oliehoudende, bitumineuze stoffen en
carroserieën te storten in de door de "Grontmij" te exploiteren stortplaats
gelegen in de gemeenten Nieuw-Ginneken en 0o3terhout, plaatselijk bekend
onder de naam "'t Hemeltje".
Onder stadsvuil worden verstaan de afvalstoffen, die worden aangevoerd
door transportmiddelen van het vervoerbedrijf of andere gemeentelijke be
drijven, dan wel, in opdracht van een van deze bedrijfen, door auto's van
particuliere ondernemers.
De "Grontmij" draagt er zorg voor, dat de nodige ruimte voor het storten
door de gemeente Breda aanwezig is en draagt zorg voor verwerking van het
gestorte stadsvuil overeenkomstig de bepalingen van de door gedeputeerde
staten van Noord-Brabant verleende hinderwetsvergunning d.d. 23 december
1970, G. no. 119.310.