3'~
bij bijlage nr. 10
-27-
-26-
Ad b.
ng
Basisonderwijs.
1. openbaar basisonderwijs 17.474,85
e
2. bijzonder basisonderwijs 128.285,19
1 145.760,04
hool-
1. Onenbaar basisonderwijs.
rd
Het nadelig verschil ad 17.474,85 is voornamelijk een gevolg
rijk
van de vermindering van de kosten van in stand houden van school
gebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in lichame
lijke oefening met 14.000,en een verhoging van 28.000,
wegens beloning aan de vakonderwijzers. Overigens bestaan op dit
s
eding
onderdeel nog wel afwijkingen tussen raming in de begroting 1970
be-
en werkelijke cijfers volgens de rekening 1970, doch deze afwij
n aan
kingen worden grotendeels gecompenseerd door verhoging of verlaging
e hier-
van corresponderende inkomstposten.
te lde
Be belangrijkste afwijkingen worden hierna toegelicht.
In de begroting 1970 werd rekening gehouden net de te verwachten
investeringen in 1969 en 1970 tot een bedrag van 1.058.118,
Aangezien deze investeringen grotendeels niet konden worden gere
cleu-
aliseerd zijn de werkelijke kapitaallasten in 1970 27.000,
srd aan
lager dan in de begroting 1970 werd geraamd. Hiertegenover staat
geba-
een verlaging van de post rentebijschrijving voor investeringen
be-
bouw van scholen, die niet voor 16 september 1970 zullen gereed
tiolen
komen, met 28.000,
ge3teld,
Als gevolg van de verhoging van de kosten van het zwemmen per uur
en van de vervoerskosten g.l.o.-leerlingen zijn de uitgaven wegens
wegens
schoolzwemmen volgens de rekening 1970 17-000,hoger dan in
ten van
de begroting 1970 werd geraamd.
oting
Tenslotte zijn de jaarwedden en wedden der onderwijzers van het
openbaar basisonderwijs 126.000,hoger in de rekening 1970 dan
gen
werd geraamd.De corresponderende inkomstpost vergoeding van het
id.
rijk krachtens artikel 56 van de lager onderwijswet 1920 is
el 126
125.000,hoger dan in de begroting 1970 werd voorzien.
ing
scholen
reke-
1971