VRAAG- (gesteld in de raadsvergadering van 16 april 1973) 9 De heer Geene: Het parkeerprobleem is éérf van de grootste problemen van de binnenstad. Is het college bereid na te gaan of de oprichting van een parkeerschap hier een oplossing zal kunnen bieden ANTWOORD Bij ons college leven gedachten omtrent de oprichting van een parkeer schap als vorm om in samenwerking met particulieren te komen tot de ge zamenlijke bouw en exploitatie van parkeergarages. Het ligt in onze bedoeling om in het verkeersplan voor de binnenstad ook de parkeer- problematiek te betrekken. Dit is echter eerst mogelijk nadat de raad een bepaald patroon zal hebben gekozen. Deze keuze zal vermoedelijk in september a.s. gemaakt kunnen worden. Binnen dat kader zullen wij dieper ingaan op de mogelijkheden tot op richting van een parkeerschap. VRAAG (gesteld ingevolge artikel 14 van het reglement van orde) De heer Dees: 1 Heeft het college kennis genomen van het voornemen van de Nederlandse Zeeppoederfabrikanten om met ingang van 1 april a.s. op de verpakking te vermelden welke hoeveelheid wasmiddel nodig is bij een bepaalde hardheidsgraad van het water? 2. Is Dw college bereid te bevorderen dat de Bredase consument wordt ingelicht over de hardheidsgraad van het leidingwater? Toelichting: •Het gebruj-k van moderne wasmiddelen leidt in steeds sterkere mate tot de aanwezigheid van fosfaten'in het afvalwater. Deze zouten kunnen in het oppervlaktewater omstandigheden veroorzaken, die in milieuhygiënisch opzicht onaanvaardbaar moeten worden geacht: overmatige groei van waterplanten, een daarmee samenhangende daling van het zuurstofgehalte en een daarop volgende kans op rottingsprocessen. Zolang de mogelijkheden en wenselijkheden van maatregelen tot ontharding van leidingwater, c.q. defosfatcring van afvalwater, c.q. vervanging van fosfaten in wasmiddelen door andere stoffen, nog in studie zijn, verdient het in dit stadium de voorkeur de fosfaatlozing tot een mini mum te beperken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 905