bij bijlage nr. 10
-33-
-32-
jhil
566,22
De diverse kostensoorten werden via cmslagpercentages over de ver
schillende kostendragers verdeeld. Een gedeelte echter moest als
algemene kosten worden beschouwd. Eet nadelig verschil ad
39.471 ,57 is als volgt te verklaren:
598,47
verhoging van de uitgaven wegens personeelskosten
132.000,—
verlaging van de inkomsten wegens huren, pachten en
783,24
erfpachten
Door deze twee elementen worden de netto-kosten
85.000.—
nadelig beïnvloed met een bedrag van
217.000,—
-
De netto-kosten worden voordelig beïnvloed door:
verhoging van de inkomsten wegens:
a. opbrengst verkoop producten en
n 5^49
dienstverlening 13.000,
b. verrekeningen en diversen 27.000,
verlaging van de uitgaven wegens:
159,50
a. kapitaallasten 17.000,
115,49
b. belastingen, verzekeringen en
955,99
huren 10.000,
c. kosten van dienstverlening 56.000,
d. fondsvorming 10.000,
ificeerd:
e. subsidies en bijdragen 46.000.
H
179.000.—
chil
38.000,—
2.040,68
1.736,84
Ter verdere toelichting wordt verwezen naar de rekening van de gemeen
10.688,17
telijke dienst voor sport en lichamelijke opvoeding.
26.333,27
23.586,74 J
Ad e.
6.846,87
Subsidies culturele sector.
8.146,—
1Manifestaties en festiviteiten in de stad Breda
22.114,08
3.403,28
2. Commissie tot voorbereiding der volkszangdagen
85,50
3. Het Brabants Orkest
15.000,—
01.731,36
4. Stichting het Zuidelijk Toneel
8.500,—
5. Toneelgroep Proloog
tl
100,—
f
6. Het Stedelijk Museum
22.500,—
10.451.02
7. Creatieve zelfwerkzaamheden en kunstzinnige
39.471,57
vorming
3.440,81
8. Geschied- en Oudheidkundige kring van stad en land
17,—
Transporteren
71.557,39