-2- a. het ontginnen, het afgraven of ophogen van de bodem met meer dan 50 cm; b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bii wijze van verzorging met dien verstande dat geen aanleg- vergunrJng is vereist voor het periodiek kappen van hakhout en andore houtopstandei; voorzover dit betreft de normale uitoefening van hot op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit bestaande bodemgobruik; c. hot winnen van bonstrooisel of mos; d. hst aanleggen of verharden van wegen, padsn, banen en par- keergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlak tever hardingen, uitgezonderd de werkzaamheden welke zijn voorzien in een beheersplan van het staatsbosbeheer en de normale on derhoudswerkzaamheden op eigen erf of -tuin; e. het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden welke wijziging van de waterhuishouding of de waterstand beogen of ten ge volge hebben; f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en van recreatieve voorzieningen, uitgezonderd het aanbrengen van eenvoudige voorzieningen als een bank, afvalbak of wegwijzer, met dien verstande dat geen aanlegvergunning is vereist voor; 1voorzieningen die noodzakelijk zijn voor of verband houden met het beheer van het natuurgebied 2. voorzieningen, die gericht zijn op de instandhouding van do landschappelijks of natuurwetenschappelijke waarden van do gronden; '5. voorzieningendie noodzakelijk zijn voor of verband houden r.ct do uitoefening van hot bosbouwbedrijf, dan wel •ie uitoefening van hot agrarisch bedrijf, indien en voor zover deze uitoefening reeds plaatsvond op het tijdstip van inwerking treding van dit besluit; g. het opslaan of storten van al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of produkten, alsmede het aanleggen van opslag-, stort- of bergplaatsen, behoudens voor zover een en ander noodzakelijk is in verband met:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 950