bij bijlage nr. 10
-36-
Niet-be.jaarden. periodieke bijstand.
a.
Norm-bijstand
453.058,—
b.
Diverse kosten
n
87.206,—
c.
Belastingheffing bijstand
II
588.100,—
Be
jaarden. periodieke bi.istand.
d.
Bxtra- en dieetvoeding
II
66.623,—
Bi
.istand aan elders verzorgden.
e.
Personen jonger dan 16 jaar
tl
413.131
f.
Bejaarden in tehuizen
tl
161.940,
e-
Belastingheffing bijstand aan elders verzorgden
II
232.984,
h.
Niet-bejaarden in tehuizen
-
II
354.424,—
i.
Incidentele bi.istand
-
II
264.521
,3-
Bi.istand elders verzorgden
-
II
191 .886,—
a. De verhoging van de norm-bijstand is veroorzaakt, doordat over
1970 gemiddeld 103 partijen méér bijstand ontvingen, dan opgeno
men in de primitieve begroting, terwijl tevens op 1 juli 1970 de
norm, tengevolge van de stijging van het minimumloon verhoogd werd.
Verder is eveneens per 1 juli 1970 een huurverhoging in werking ge
treden. Tenslotte werd de incidentele bijstand onder punt i genoemd
eveneens verantwoord onder deze post.
b. De oorspronkelijke raming ad 8.970,was nog gebaseerd op de
situatie vdór het van kracht worden van de belastingvoorschriften.
Baarbij was de incidentele bijstand, die wordt toegekend aan per
sonen, die reeds periodieke bijstand ontvangen, geraamd op een af
zonderlijke post. Met ingang van het dienstjaar 1970 is deze bij
stand - evenals de periodieke - aan de belastingheffing onderworpen.
Zij wordt nu samen met de periodieke bijstand betaalbaar gesteld.
e. Ingevolge circulaire d.d. 11 september 1969, nr. 1369/14532 van de
staatssecretaris van financiën werden vanaf 1 januari 1970 is be
ginsel alle uitkeringen ingevolge de algemene bijstandswet aan de
loonbelasting en eventueel de premieheffing voor de volksverzekerin
gen onderworpen. Hiermede kon bij de raming in de begroting 1970
geen rekening worden gehouden.