bij bijlage nr. 10
-38-
3. Subsidie Stichting Katholiek Maatschappelijke Gezinszorg.
Eet subsidie ten behoeve van de Stichting Katholiek Maatschappe
lijke Gezinszorg te Breda is volgens de rekening 1970 141.000,
hoger dan aanvankelijk in de begroting 1970 werd geraamd.
Dit werd veroorzaakt door:
1de raming van het aantal verzorgingsdagen te laag bleek
111 .000,—
2. zogenaamde loor.dervingsgevallen 30.000,
1. Ingevolge de bij raadsbesluit van 17 oktober 1968, bijlage nr.
verzorgingsinstellingen, verleent Breda aan deze instellingen
met ingang van 1 januari 1968 een subsidie overeenkomstig de be
palingen van de "Rijkssubsidieregeling Gezinsverzorging en Ge
zinshulp 1958" met daarnaast een extra subsidie in het nadelige
saldo in enig jaar, naar rato van het aantal verzorgingsdagen
in Breda.
In de gemeentebegroting 1970 is onder volgnummer 09.100 ten be
hoeve van de Stichting Katholiek Maatschappelijke Gezinszorg een
subsidie ad 789.000,geraamd, bij de berekening van dit sub
sidie, werd uitgegaan van 212.500 uren huishoudelijke hulp aan be
jaarden. Bij raadsbesluit van 25 juni 1970 bijlage nr. 212 word
het aantal uren huishoudelijke hulp verhoogd tot 257.500 dien
tengevolge werd het subsidie 900.000,
2. Als gevolg van het feit, dat bij de raming in do begroting 1970
onvoldoende rekening werd gehouden met de zogenaamde loonder-
vingsgevallen werd het subsidie volgens de rekening 1970 nog
30.000,hoger dan, na verhoging van de subsidie als gevolg
van de wijziging van het aantal uren huishoudelijke hulp, was
voorzien bij raadsbesluit van 25 juni 1970, bijlage nr. 212.
Deze zogenaamde loondervingsgevallen hebben in hoofdzaak betrek
king op huishoudelijke hulp door de dochter uit het hulpbehoeven
de gezin. Voor de door de dochter geloden loonderving wordt sub
sidie verleend.
Voor de ovorieo toelichting wordt verwezen naar da rekening van
de gemeentelijke sociale dienst.
424 vastgestelde gemeentelijke subsidieregeling voor