De belangrijkste bezwaren tegen de memoranda zijn: a. het niet gelijkelijk behandelen van Het Brabants Orkest en de gezelschappen Globe en Proloog; b. de taakomschrijving en instelling thans van een werkgroep; c. een onvoldoende afstemming van het beleid van de diverse bij de subsidi ering betrokken overheden. Ad a. Op het moment dat werd besloten tot het samenstellen van memoranda be stond ook zeker de boven gesignaleerde onvrede over het funktioneren van Het Brabants Orkest. Sindsdien zijn in de werkwijze belangrijke wijzigingen doorgevoerd, terwijl verder aanpassing volgens een aange paste taakstelling plaats heeft. Bovendien vervult Het Brabants Orkest een dusdanige essentiële funktie, dat deze niet kan worden losgelaten zonder dat dit een funeste invloed heeft op het totaal van voorzieningen op muzikaal terrein in deze provincie. Minder duidelijk is de plaats van het beroepstoneel in deze provincie. De gelden, die thans voor deze voorziening worden aangewend, zijn ongelijk verdeeld, terwijl bovendien gekonstateerd moet worden dat er op diverse plaatsen van geen voorziening gesproken kan worden. Nu door het advies de bestaande situatie met één jaar te verlengen het gevaar van een va cuum wordt vermeden, krijgt een werkgroep de gelegenheid tijdig te ad viseren over een aan de behoefte aangepaste voorziening. Het lijkt ons niet reëel, afgezien van de feitelijke mogelijkheid, deze werkgroep tevens te belasten met een onderzoek naar de behoefte aan muziek in deze provincie, omdat hier niet van een direkte feitelijke problematiek kan worden gesproken. Ad b. Wij zijn van oordeel dat de instelling van een werkgroep op de meest korte termijn van belang is gezien het veelomvattend werk dat in be trekkelijk korte tijd moet worden verricht. De werkgroep is dan boven dien in de gelegenheid gezamenlijk aandacht te schenken aan de diskus- sies die in de staten en raden met betrekking tot de memoranda worden gevoerd. Bovendien is ons gebleken dat gedeputeerde staten openstaan voor wijziging in de taakopdracht en de samenstelling, indien hieraan behoefte bestaat. Wij hebben de in de kommissie voor kulturele zaken gedane suggesties inmiddels ter kennis gebracht van gedeputeerde staten. Ad c. Het gedeelte van het adyies van de Culturele Raad Breda, dat betrekking heeft op oen fundamentoio wijziging in hot beleid van do divorso overheden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 990