J
GEMEENTE BREDA
vcrvoloblod
-7o vervolgblad
Artikel 7 lid
eenkomst het
stichting -hoe
or de uitvoerir
hting een onthi
voortvloeiende
ting.
artikel 7 lid
opgenomen in dc
.ten der stichti
:omst tussen de
ide uitgangspunt
litatie van het
;ot op heden wei
.e betrokkenheid
;ic, maar ook te
>nten en aflossi
exploitant word
zich mede, dat
;heid worden aan
:ven garanties
noodzakelijk, doch deze fondsvorming mag niet hoger zijn dan het risico
meehrengt: dit risico is het grootst in de eerste huurperiode van vijf jarc
en binnen die periode in het derde en het vierde jaar;
e. het onafhankelijk kunnen fungeren alsmede het terugdringen van de door de
gemeente te betalen bedragen eist een budgettering van de kosten van de
stichting, een en ander te relateren aan de pachtsom, die de exploitant
aan de stichting betaalt.
Op grond van deze uitgangspunten is tussen ons college en de commissie uit
de participanten overeenstemming bereikt over de hierbij als bijlage D ge
voegde concept-overeenkomst. Om redenen als nader aan te geven onder punt
4. is deze overeenkomst gegoten in de vorm van een overeenkomst van verhuur
en huur tussen de gemeente en de stichting.
3,2 De inhoud der ovoroor.kor.st
In de bij dit voorstel behorende bijlage E ("Toelichting op de tussen de ge
meente en de stichting te sluiten huurovereenkomst") zijn een aantal onder
werpen van secundair belang uit do overeenkomst besproken. De essentiële or.de:
delen der overeenkomst komen hieronder aan de orde:
A. Het gebruik van het gebouw (art. 1 lid 3 en lid 4).
Als algemeen uitgangspunt kan worden aangenomen, dat het gebruik van een ge
bouw bepaald wordt door de mogelijkheden die het gebouw biedt. Voor het Turf
schip zijn deze mogelijkheden velerlei: wij ven-rijzen hier naar het rapport
van de commissie ad hoe Turfschip, pagina 24: "Het fenomeen is, dat in dit
.complex feitelijk bijna biets onmogelijk is". -
Artikel 1 lid 3 voorkomt ongewenste ontwikkelingen; artikel 1 lid 4 geeft de
mogelijkheid tot uitbreiding van het functioneren van het Turfschip. Uit de
behandeling in uw raad 'is gebleken dat inbouw van de gemeenschapsactiviteiten
in de functie van het Turfschip op prijs wordt gesteld: vandaar dat de uitbre
ding van de functie met gemeenschapsactiviteiten bij voorbaat de instemming hc
Vastgesteld moet tevens vrorden, dat vanaf het moment waarop het Turfschip in
exploitatie is genomen, in het gebruik van het complex een zekere evolutie
heeft plaatsgevonden, welke evolutie -naar men op grond van de vele mogelijk
heden die het gebouw biedt-mag aannemen- haar einde zeker nog niet heeft ge
vonden. Het lijkt ons ook niet gewenst, de ontwikkeling in dit opzicht stop