bijl. nr. 233
-3-
2. De prijsbepaling van de woning wordt gebaseerd op de vervan
gingswaarde ervan op het tijdstip waarop de bewoner hot ver
zoek tot aankoop doet. Deze vervangingswaarde wordt, voor zover
het de opstal betreft, met behulp van een indexcijfer afgeleid
van de oorspronkelijke bouwkosten van de woning. De waarde van
de bij de woning behorende grond wordt door de gemeente vastge
steld op basis van de meest recente prijs van bouwgrond voor
woningwetwoningen. De overdrachtsprijs is gelijk aan de som
van de vervangingswaarde van de opstal en van de waarde van
de grond, Verminderd met een bedrag wegens afschrijving, welke
1i° bedraagt van de vervangingswaarde van de opstal voor eik
jaar dat sedert het gereedkomen van de woning is verstreken.
Voor woningen welke voorzien zijn van een centrale verwarmings
installatie wordt de aldus verkregen prijs verhoogd met een be
drag gelijk aan de boekwaarde van de installatie.
De prijsvaststelling geschiedt door het rijk.
3. Voor het aan de koper te verstrekken subsidie wordt uitgegaan
van de subsidieregeling welke geldt voor de bouw van eigen
woningen (Beschikking gelcüijke steun eigen woningen 1968
Op de hierin genoemde jaarlijkse bijdrage wordt een kortings
percentage toegepast hetwelk stijgt naarmate de woning ouder is.
4. De koper is verplicht de gekochte woning gedurende 5 jaar self t
bewonen.
Aan alle bewoners van voor overdracht in aanmerking komende woning
wetwoningen wordt een circulaire gezonden waarmede zij van de
mogelijkheid tot het kopen van hun woning in kennis worden gesteld
en waarin tevens de daarbij geldende belangrijkste punten onder de
aandacht worden gebracht.
De aan de Heuvelbrink, het Thorbeckeplein en de Heemskerkstraat
gelegen woningen zijn onder vigeur van de destijds bestaande pre
mieregelingen gebouwd en vallen derhalve niet onder de werking van
de huidige regeling inzake de overdracht van woningwetwoningen.
Dit heeft o.m. gevolgen voor de bepaling van de overdrachtsprijs
en voor de jaarlijkse bijdrage. De overdrachtsprijs zal gelijk
zijn aan de taxatiewaarde in bewoonde staat en van een jaarlijkse
bijdrage is geen sprake.
Voor hot overige ware de op te leggen voorwaarden zoveel mogelijk
te conformeren aan die welke voor woningwetwoningen worden gesteld.