gemeente Breda ör^rfö biJ bijlase nr-240
St/3/31611
De raad der gemeente Breda;
overwegendedat uit een onderzoek is gebleken, dat de woning
Tolsteeg 3 te Breda, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie
3, nr. 1184- ongeschikt is ter bewening en dat de gebreken niet
door het, treffen van voorzieningen, waarvan de kosten economisch
verantwoord zijn, kunnen worden weggenomen;
dat de. woning de volgende hoofdgebreken vertoont:
- de buitenmuren zijn, omdat het trasraam in het metselwerk
ontbreekt, vochtig.
- het metselwerk dat de schoorsteen vormt is dusdanig slecht dat
dat de roetafzetting in de schoorsteen door de poreusheid van
het metselwerk, inpandig roetdoorslag veroorzaakt.
- het houtwerk van kozijnen, deuren en ramen is slecht.
- de toetreding van lucht tot de woonkamer, keuken en de
provisorische slaapvertrekken op de zolder is onvoldoende.
- de kapconstructie en de pannendakbedekking is slecht.
- de trap naar de verdieping voldoet niet aan de minimaal
daaraan te stellen eisen.
t
- de toetreding van het daglicht tot de provisorische slaap
vertrekken is onvoldoende.
- het aroogcloset is buiten de woning gelegen.
- de regenafvoeren zijn slecht.
gezien het voorstel van burgemeester en wethoudersd.d. 26-6-1974
nr. St./3/31610/11/09 en het advies van de inspecteur van de
volkshuisvesting d.d. 7 mei 1974 nr. 0507715;
gehoord de afdeling voor openbare werken uit de raad;
gelet op artikel 33 der woningwet;
heeft besloten: