aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 256
26 juni 1974
K/30843
Voorstel van burgemeester en
wethouders om het beroep tegen
plaatsing van het pand Vee
marktstraat 68 op de monumenten
lijst in te trekken.
In Uw vergadering van 20 september 1971, bijlage nr. 295, is beslo
ten om het bij brief van 18 oktober 1965 door de raad ingestelde
beroep tegen plaatsing van een aantal panden op de monumentenlijst
in te trekken, met uitsondering van het beroep tegen plaatsing
op deze lijst van de panden Veemarkt3traat 68 en 74. Met betrekking
tot de argumenten die tot dat besluit hebben geleid, mogen wij U
kortheidshalve naar het betreffende voorstel verwijzen.
De beroepskwestie voor wat betreft het pand Veemarktstraat 74 is
achterhaald door sloping van het pand einde oktober 1972.
Door ue Monumentenraad wordt thans verzocht het beroep tegen plaat
sing van het pand Veemnrktstraat 68 op do monumentenlijst in te
trekken De Monumentenraad wijst erop dat intrekking van het be
roep geen aantasting betekent van de rechten van belanghebbenden
omdat de Monumentenwet hiertegen voldoende adequate bepalingen be
vat. Met de Monumentenraad zijn wij van mening dat het doelmatiger
is om door middel van opbouwend overleg zich voortdoende p*"blemen
op te lossen. Bij Uw besluit van 20 september 1971 werd het beroep
tegen plaatsing op de monumentenlijst van de panden Veemarktstraat
68 en 74 gehandhaafd omdat deze panden nodig waren om uitvoering
te kunnen geven aan de toekomstige bebouwing Veemarktstraat-Vlas-
zak, zoals vastgelegd in het bestemmingsplan "Binnenstad N.O.".
In het ontwerp-nieuwbouwplan, dat een afsluiting van de hoek Vee-
narktstrat-Vlaszak moet gaan vormen, wordt het beloop van de vroe
gere straatwand gevolgd en kan het pand Veemarktstraat 68 worden
gehandhaafd. De adviezen van de betrokken gemeentelijke instanties
liggen ter visie in de leeskamer*.
Gezien het bovenstaande stellen wij Uw raad voor het ingestelde be
roep tegen plaatsing van het pand Veemarktstraat 68 op de monumenten
lijst in te trekken.