aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 2f>8
19 juni 1974
K/28561
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot het beschikbaar
stellen van een bedrag van
20.419»voor de subsidiëring
van de restauratie van de panden
Prinsenkade 11 en Rithsestraat
306.
Een tweetal eigenaars van op de definitieve monumentenlijst geplaat
ste panden heeft zich tot ons college gewend met het verzoek een
aanvullend subsidie beschikbaar te stellen in de meerkosten van de
restauratie van de panden Prinsenkade 11 en Rithsestraat 306.
Uw raad heeft ten behoeve van deze restauraties de volgende subsidies
toegekend:
Prinsenkade 11, raadsbesluit 26 juni 1972, bijlage nr. 230, 772,
Rithsestraat 306, raadsbesluit 26 juni 1972, bijlage nr. 230 5.448,—
en raadsbesluit 19 november 1973» bijlage nr. 332, 8.393,
De verzoeken vloeien voort uit de diverse loon- en prijsstijgingen die
vooral bij restauraties voelbaar zijn daar deze in bijzondere mr.te
arbeidsintensief zijn. Bij de restauratie van het pand Rithsestraat 30i
is een gedeelte der kosten bovendien terug te voeren naar ernstige
stormschade.
De subsidiabele restauratiekosten, het rijks- en provinciaal subsidie
in genoemde restauraties zijn als volgt:
Pand Subsidiabele kosten Rijkssubsidie prov.sul
Prinsenkade 11 1.920,90 (definitief) 576,184,—
Rithsestraat 306 ƒ75.243,40 minus 30.487,-
subsidiabele kosten in eer
ste instantie
Als uitvloeisel van de eerder door U genomen besluiten achten wij het
reëel dat het gemeentelijk subs:dieaandeel wordt aangepast.
Bij de bepaling van het gemeentelijk subsidie hebben wij als uitgangs
punt genomen, dat het subsidie van rijk, provincie en gemeente te zame:
85i° van de door het rijk als subsidiabel erkende kosten bedraagt.
Met inachtnoming van dit uitgangspunt en op basis van de thans bekende
44.756,—
13.427,— 4.297