aan de raad der
gemeente Breda
i
C
Bijlage nr. 260
15 juli 1974
K/29288
Voorstel van burgemeester en
wethouders voor 1974 een sub
sidie toe te kennen aan de
stichting ter voorbereiding
van extra-muraal vormings-
en ontwikkelingswerk in West-
Brabant
In een brief, gedateerd 18 april 1974 en gericht aan Uw raad heeft
het bestuur van de stichting ter voorbereiding van extra-muraal
vormings- en ontwikkelingswerk in West-Brabant gevraagd voor 1974
een subsidie van 0,10 per inwoner toe te kennen. Dit verzoek is
uitvoerig en duidelijk toegelicht in een aantal bijlagen die wij
voor U ter visie hebben gelegd*.
Uw raad heeft aan de stichting de volgende subsidies toegekend: raads
besluit 12 oktober 1972, bijlage 235 3.600,raadsbesluit 19 fe
bruari 1973, bijlage 75, 8.482,
Tussentijdse informatie over de voortgang van de werkzaamheden van
de stichting en de zich voortdoende ontwikkelingen zijn Uw raad regel
matig ter kennis gebracht. Hieruit en uit de overgelegde stukken blijkt
duidelijk dat de uitbreiding van de experimenteerperiode tot eind
1976 een logisch uitvloeisel is van de opgedane bevindingen. Tot dat
tijdstip wil men gedurende de experimenteerperiode met name aandacht
besteden aan toetsing van een aantal werkideëen en beleidsuitgangs
punten. Wij achten dit een zinvolle werkwijze omdat een vervolg van
deze periode ertoe bijdraagt dat te zijner tijd door alle betrokkenen
een weloverwogen beslissing kan worden genomen over een al dan niet
definitieve opzet en uitbouw van extra-muraal vormings- en ontwikke
lingswerk in West-Brabant. Ofschoon dit niet relevant is voor Uw
besluitname, wijzen wij U ter informatie op het feit dat de werkzaam
heden van de stichting in den lande nauwlettend worden gevolgd met
name omdat hier sprake is van extra-muraal vormings- en ontwikkelings
werk in een regionale context.
Met de Culturele Raad, die op ons verzoek een advies over de subsidie
aanvrage heeft uitgebracht en waarnaar wij U mogen verwijzen*, zijn
wij van mening dat het positief is dat in dit geval niet structuren