f
bijl. nr. 260
-2-
en/of organisaties maar projecten centraal worden gesteld.
Op grond van het bovenstaande en mede op basis van de subsidietoe
zeggingen door rijk en provincie, stellen wij Uw raad een subsidie
van 11.918,voor 1974 aan genoemde stichting toe te kennen;
dit bedrag kan ten laste worden gebracht van de post initiatieven
en experimenten, volgnummer 31.5.144 van de begroting van de Algemene
Dienst.
Ten slotte plaatsen wij nog de volgende kanttekeningen.
Het kritisch blijven volgen van het experiment achten wij nodig. I'
Wij vinden het bijcoorbeeld jammer dat onvoldoende of geen contacten
zijn gelegd met de culturele situatie ter plaatse en de ontwikkelingen
daarin, ofschoon dit wellicht zijn oorzaak kan vinden in het feit
dat de stichting slechts één professionele kracht in dienst had.
Honorering van het verzoek betekent in feite ook dat voor 1975 en
1976 bijzondere omstandigheden daargelaten, subsidie voor de stichting
zal moeten worden gereserveerd.
In de concept-begroting 1975 is voor dat jaar dan ook ruimte gecreëerd.
Met de gehanteerde subsidie-verdeelsleutel (gemeenten dragen 75$ bij
in de geraamde projectkosten) kunnen wij gedurende de experimenteer
periode instemmen; wij zijn echter wel van mening dat deze verdeel
sleutel bij een meer definitieve opzet van de stichting nader bezien
P
moet worden.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de vaste
commissie van advies en bijstand voor culturele zaken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
van den Dam
secretaris.
liggen ter visie in de leeskamer.