aan de raad oer-
gemeente Breda Bi->laee nr-266
I Nüf
rj ,n„. Voorstel van burgemeester en wethouders
7 augustus 19/4
met betrekking tot het aangaan van de
BK/35016 gemeenschappelijke regeling "Stadsgewest
Breda".
In da vergadering van 22 april 1971 heeft Cw raad besloten tot hot aangaan van do
gemeonsohappolijke regeling "Intergemeentelijk Overleg Regio Breda" (bijlage r.r.
118). Deze regoling beoogde om op basis van vrijwilligheid het toen road3 bestaan
de intergemeentelijk overleg over samenwerking ter behartiging van gemeenschappe
lijke belangen te institutionaliseren. Er werden nog geen bevoegdheden overgedra
gen, omdat het wenselijk werd geoordeeld de regeling voor een interim-periode aan
te gaan, waarin het accent zou liggon op het plegen van overleg en het uitbrengen
van adviezen. Overwogen werd, dat voorkomen moest -orden dat deze regeling do weg
naar een zwaardere regeling en naar een samenwerking op federatieve basis voor een
groter Westbrabanta verband zou blokkeren. De betreffende regeling werd in do
Staatscourant van 9 augustus 1971 gepubliceerd en trad op 10 augustus 1571 in wer
king.
Het vraagstuk van de verzwaring van bedoelde regeling is op regionaal niveau in do
jaron 1972 en 1973 herhaaldelijk aan do ordo geweest. Dit hooft geleid tot het be-
sluit van do regioraad d.d, 30 maart 1973 om voorbereidingen te troffen tot wijzi
ging van do gomeenschappelijke regoling. Dit b03luit heeft zijn afronding gevonden
in hot regioraadcbesluit van 10 juni 1974 om do bestuur3organen van do deelnemende
gemeenten voor te stellen da regeling "Intergemeentelijk Overleg Regio 3reda" in to
trokken en do "Regeling Stadsgewest Ereda" vast te stollen overeenkomstig hot over
gelegde ontwerp. Vddrdat laatstgenoemd besluit werd genomen, hoeft daarover, met
name door ons college, veel overleg met hot dagelijks bestuur van do regio plaats
gevonden. Wij hadden nl. togen het oorspronkelijke voorstel van het dagolijk3 be
stuur van de regio nogal wat bezwaren. Hieronder komen wij daarop nader terug.