3
bijl. nr. 266
- 3 -
Over de verwerking in de regeling van de 2 eerstgenoemde uitgangspunten is veelvul
dig overleg gepleegd met het dagelijks bestuur van de regio. Eet belangrijkste re
sultaat daarvan i3 terug to vindon in do rodaotio van artikel 4 van het ontwerp.
Al valt op doze tokst wel wat aan te merken, de bedoelingen zowel van hot dagelijks
bestuur als van ons college zijn daarin voldconde duidelijk weergegoven. Gelet op
de besluitvorming door do regioraad in zijn vorgadoring van 10 juni 1974 net betrek
king tot de regionale biandweer mag ook verwacht vordon, dat artikel 4 zal worden
uitgevoerd op de door ons bedoelde manier.
üitcr&ard aijn fjp ever de takat van da regeling neg wel enkele qpiserkitigeq te sta
ken. Deze hebber, betrekking op verbeteringen of verduidelijkingen van de tekst die
niet tv, -eer van fundamentele betekenis zijn, maar waarvan het wel goed zou zijn
dat daaraan bij eon volgende wijziging aandacht wordt goschonken.
Al deze opmerkingen, alsmede een wat strakkere redactie van artikel 4, hebben wij
verworkt in een ontwerp-regelir.g die wij medio mei 1974 aan do regio hebben doen
toekomen. Alleen op grond van praktische overwegingen heeft het dagelijks bestuur
van do regio dit ontwerp niet kunnen overnomen. Wij zullen hierop than3 dan ook
niet uitputtend ingaan, maar volstaan mot eon drietal opmerkingen.
Allereerst is de regeling van do verordononde bevoegdheid in artikel 45 een doublure
van hotgoen reeds in de artikelon 15, 2e lid en 22, 2o lid io bepaald en derhalve
overbodig. Bovondion moeten, zokor ale gevolg van de plaatsing van artikel 45 in
paragraaf 6 van hoofdstuk X, over alle ontworpen van boheorsvorordeningor. voor
diensten en van reglementen voor commissies de gemeenteraden gehoord worden. Daar
ons oordeel een te zware regeling, dia het efficiënt werken van hot stadsgewest zal
belemmeren.
Vorvolgons bepaalt de regoling, dat do secretaris, de comptabele en de hoofden van
diensten door do gewestraad worden geschorst (artikolen 24, 25 en 27). Omdat schor
sing als regol onol diont to geschieden is hot bijzonder onpruktioch du bevoegdheid
daartoe toe te kennen aan do gewestraad. Bovendien wijkt deze regeling of van het
van toapas3ing verklaarde ambtenaren-reglement van Breda, zodat de betreffende be
palingen op gospannen voet staan mot bedoeld reglement.