"bij bijlage nr. 269 -2- P.T.T. verplaatst de aan- en afvoer naar de westzijde van haar ge- bouw; de daar aanwezige kantoren gaan naar de eerste verdieping, terwijl intern een doorbraak wordt gemaakt. De met deze werkzaam heden gepaard gaande kosten worden door P.T.T. voor eigen rekening genomen. Extern zijn evenwel nodig het maken van een oprit, een perron met luifel, een afrit en terreinverharding, waarvan de kosten volgens globale raming circa 250.000,zullen belopen. Wij waren er wel op voorbereid, dat ter plaatse iets zou moeten gebeuren in de geest als nu blijkt,, doch verkeerden in de stellige mening, dat het bekostigen daarvan zuiver een aangelegenheid van de P.T.T. zou zijn. Deze instantie is evenwel - en terecht - de mening toegedaan dat dit kosten voor derden zijn, en wel voor de veroorzaker(s) van de ontstane situatie. In het overleg is N.S. bereid gevonden deze voorzieningen aan te merken als te behoren tot de hoogspoorwerken, althans door de realisering daarvan veroorzaakt, en gaat zodoende akkoord met de betaling van 19i% der kosten. Wij zijn van oordeel dat de gemeente eenzelfde stand punt moet innemen, hetgeen als consequentie heeft participatie in de kooteh tot een bedrag van rond 200.000,waarvoor voor heen geen krediet is gevoteerd c.q. welke bestemming niet in de beschikbare kredieten is begrepen. Evenwel duiden de door N.S. per ultimo 1975 aangeboden financiële gegevens - doorgelicht in een bijeenkomst van de begeleidings commissie d.d. 2 april 1974 - op een zodanige verlaging van 1-osten ten opzichte van de voorafgaande prognose, dat genoemd bedrag ten laste der gemeente zonder bezwaar in het totaalkrediet voor de hoogspocr- cn bijkomende werken zal kunnen worden opgevangen. In verband met de- geboden spoed bi j de voorbereiding van de uit voering der recontructie mogen wij Uwraad voorstellen om nog vooruitlopend op Uw goedkeuring op de reconstructieplannen erin te bewilligen, dat de kosten van de noodzakelijke externe voor zieningen aan en nabij het P.T.T. gebouw nabij het station, zoals boven omschreven, worden aangemerkt als te zijn veroorzaakt door de hoogspoorwerken en mitsdien worden gebracht ten laste van het krediet voor de werken "Breda-hoog" c.a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1095