bijl. nr. 270
-5-
58. J. Oomen, Mgr. Nolensplein 27, Breda
59. mevrouw R.A.J. Goedts, Vogelenzang 39, Kalmthout-België
namens
A.G.M.G. Monten3, Brussel 4.150, Boulevard Brand Whitlock
J.A.X.K.G. Montens, kasteel Massenhoven te Massenhoven-België
60. D.P. Hudig, Wijnhaven 61Rotterdam.
Rekening houdend met de laatste dag van de termijn van ter-
visielegging, zijn behoudens nrs. 45 en 59, de beroepschriften
tijdig ingekomen, zodat deze appellanten in hun beroep kunnen
worden ontvangen.
De bezwaarschriften van de heer J. Korteweg, Koningin Emmalaan
27 te Breda en mevrouw R.A.J. Goedts, Vogelenzang 39 te Kalmthout
(België)zijn respectievelijk gedateerd op 12 oktober en 10 no
vember en blijkens het stempel op 16 oktober en 10 november ter
secretarie ontvangen. Beide bezwaarschriften zijn evenwel op dezelfde
wijze behandeld als de overige.
De betreffende bezwaarschriften liggen voor U in de leeskamer ter
inzage. In bijlage II behorende bij dit voorstel hebben wij vermeld
of en in hoeverre aan de bezwaren van appellanten is tegemoetge
komen.
Kaar aanleiding van de ingekomen bezwaarschriften zouden wij op
deze plaats enkele algemene opmerkingen willen maken.
In de wet op de ruimtelijke ordening is dwingend voorgeschreven,
dat de gemeenteraad voor het gebied buiten de bebouwde kom
(landelijk gebied) een of meer bestemmingsplannen vaststelt.
De wetgever heeft evenwel tegelijk bepaald, dat de planologische
maatregelen zich niet mogen uitstrekken tot de structuur van de
agrarische bedrijven en daarmee hen, die verantwoordelijk zijn
voor een goede ordening in dit gebied voor een ernstig dilemma
plaatst. Tegelijkertijd is aldus een uitdrukkelijke wettelijke
opdracht tot ordening van het niet stedelijk gebied gegeven en een
wettelijke restrictie, inhoudende dat de maatregelen niet mogen
raken aan de belangrijkste component van het te ordenen object.