bijl. nr. 270
-6-
Buiten deze wettelijke handicap stuiten in het algemeen de
pogingen van de gemeentebesturen om op basis van de wet op
de ruimtelijke ordening in de landelijke gebieden een orde
ning tot stand te brengen, veelal af op bezwaren van agrarische
zijde. Deze bezwaren worden meestal gemotiveerd met de stelling,
dat voor een gezonde ontwikkeling van de agrarische bedrijven
algehele vrijheid nodig is met betrekking tot het gebruik van
de gronden voor agrarische doeleinden.
De ontwikkelingen in de agrarische bedrijfstak kan ruimtelijk
evenwel niet steeds "goed" worden genoemd, terwijl tegelijkertijd
de agrarische noodzaak tot "algehele vrijheid" niet altijd vol
doende zakelijk wordt gemotiveerd.
Ofschoon van agrarische zijde soms wel wordt toegegeven, dat
een gericht planologisch beleid ook voor het agrarisch gebied
niet kan worden gemist, wordt tegelijkertijd een zodanige oppositie
gevoerd, dat vrijwel alle pogingen om een evenwichtige ordening
in het agrarisch gebied, waarbij ook andere dan economische
agrarische bedrijfsbelangen tot hun recht kunnen komen, tot
stand te brengen tot falen zijn gedoemd, zodat in feite sprake
is van een patstelling, welke te kort dreigt te doen aan het
algemeen belang.
Vaar in het algemeen bij het ontwerpen van bestemmingsplannen
inspraak van de belanghebbende burgers een vanzelfsprekende
zaak is geworden, is er ook in het onderhavige geval samenspraak
s
geweest in die zin, dat met alle appellanten een gesprek heeft
plaatsgevonden, waarbij de gelegenheid is geboden hun zienswijze
en standpunt kenbaar te maken, waardoor de tervisielöggings-
procedure mede is gebruikt om het bestemmingsplan zijn definitieve
inhoud te géven.
V/ij kunnen moeilijk aan de indruk ontkomen, dat hier en daar in
de agrarische sector onvoldoende begrip kan worden opgebracht
voor de taak van het gemeentebestuur, welke gericht is op het
op zinvolle en verantwoorde wijze met elkaar in overeenstemming
brengen van de diversiteit van belangen, 'welke in de agrarische