bijl. nr. 270
-8-
In verband met de veelheid van de ingediende bezwaarschriften
en het gevoerde overleg met de appellanten is het ons niet
mogelijk geweest U het bestemmingsplan ter vaststelling aan te
bieden binnen de wettelijke termijn, i.e. vóór 11 april 1974.
Artikel 25 van de wet op de ruimtelijke ordening staat evenwel
toe, dat ook buiten deze niet fatale termijn de raad beslist
ten aanzien van het bestemmingsplan zonder dat opnieuw tot
tervisielegging behoeft te worden overgegaan.
Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor het bestemmings
plan "landelijk Gebied 1973, vast te stellen, zoals in bijgevoegd
ontwerp-besluit is aangegeven.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie voor ruimtelijke ordening.met de volgende aantekening*.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam secretaris,
♦liggen ter visie in de leeskamer.
x Sinds de eerste tervisielegging is het ontwerpplan onder druk
van agrarische zijde sterk gewijzigd. De vraag is of de balans
niet te sterk is doorgeslagen ten nadele van het landschaps-
en recreatiebelang.
De commissie doet de suggestie aan het college het thans voor
liggende sterk gewijzigd plan, eerst no-g te laten beoordelen
door een deskundige buiten de agrarische sector.