aan de raad der gemeente Breda Bijlage nr. 295 29 juli 1974 Voorstel van burgemeester en wet- houders tot vaststelling van het St/21932 onteigeningsplan Princenhage-West I 1973. Op 13 november 1969 heeft Uw raad besloten tot vaststelling van het onteigeningsplan Princenhage-West 1969, dat bij koninklijk besluit van 29 september 1970 nr. 45 werd goedge keurd. Dit plan strekte.tot onteigening van percelen en perceelsge deelten, die gelegen zijn in het op 22 mei 1969 vastgestelde (globale) bestemmingsplan Princenhage-V/est I. Met het globale plan als uitgangspunt is in 1969 het ontwikke lingsteam Princenhage-West I van start gegaan. Door gewijzigde inzichten bleek het globale plan onvoldoende mogelijkheden te bieden om tot een uitgewerkt plan te komen. Op grond hiervan heeft Uw raad op 17 januari 1974 besloten een nieuw gedetail leerd plan voor dit gebied vast te stellen, Princenhage-We3t I 1973. Voor de realisering van dit plan zijn - naast de reeds aange kochte en onteigende percelen - een tweetal percelen en een perceelsgedeelte nodig. Deze waren niet in bovengenoemd ont eigeningsplan opgenomen, deels omdat zij buiten het toen malige plangebied gelegen waren, deels omdat zij niet nodig waren voor de realisering van de woonbebouwing overeenkomstig het toen geldende bestemmingsplan. Ten einde de beschikking te krijgen over deze gronden is het onteigeningsplan Princenhage-West I 1973 opgesteld. Met ingang van 19 maart 1974 heeft dit plan gedurende een maand ter inzage gelegen. Een bezwaarschrift* is ingekomen van de heer J.A.J. Krijnen, Hovenierstraat 63 Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1158