C -8- bijl. nr. 22 -9' Ter nadere toelichting het navolgende: - do ronliooringfjmothodiok, i.o. do vraag of do real i coring van (gedeelten van) het plan al dan niet' met hehulp van project ontwikkelingsmaatschappijen, beleggers/bouwers, advioeurs- bureau's etc. dient te geschieden, kan bij de besluitvorming ten aanzien van de vraag of al dan niet tot ontwikkeling van de Haagse Beemden moet worden overgegaan, in eerswe instantie buiten beschouwing blijven. Eerst als in positieve sin ten aanzien van het gebruikmaken van de bebouwingsmogc-lijkheden in het betreffende gebied is beslist, is een standpuntbe paling van Uw raad ten aanzien van de methodiek waarlangs bij die realisering zal worden gewerkt, noodzakelijk. - eveftzo achten wij het zinvol, dat een besluitvorming van Uw raad ten aanzien van de aanvaardbaarheid der financiöle conse quenties in eerste instantie achterwege blijft. Het is U duide lijk, dat deze consequenties rechtstreeks samenhangen met de te kiezen faseringen en met de vorm (stedebouwkundige opzet) waarin het bebouwingsplan wordt geconcretiseerd. - tenslotte achten wij het zinvol, de besluitvorming ontrent het al dan niet ontwikkelen van het gebied niet te koppelen aan een concreet stedebouwkundig plan, waarbij dan dezelfde moti vering als genoemd in de vorige alinea van toepassing is. Zeer in het kort leidt een en ander tot de volgende procedure, waarbij Uw raad telken3 bij de vaststelling der onderdelen zal worden betrokken: - nagegaan zal worden met welke faseringen in het bebouwingsplan rekening moet worden gehouden, dit mede met inachtneming van de tijd, die nodig, is om tot een stadsdeel c.q. wijk van vol doend niveau te komen; - een stedebouwkundig plan zal worden opgezet, waarin met de alsdan bepaalde faseringen rekening zal worden gehouden; - op basis van dat stedebouwkundig plan sullen, met inachtneming van de eerder genoemde faseringsmogclijkhcden cn de geschatte realiseringsduur der verschillende onderdelen, exploitatie-op zetten worden opgesteld. Hierbij zal mede gebruik gemaakt worden van de rapportage van de werkgroep grondexploitatie, welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 115